Lokale heffingen

Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Lokale heffingen

 

De lokale heffingen kunnen worden onderscheiden in belastingen en retributies.

Belastingen zijn verplichte betalingen waar geen rechtstreekse individuele tegenprestatie van de gemeente tegenover staat. De onroerende zaakbelastingen (OZB), afvalstoffenheffing, rioolheffing, toeristenbelasting en forensenbelasting vallen hieronder.

Retributies zijn betalingen die krachtens algemene regelen worden gevorderd ter zake van een concrete door de gemeente bewezen dienst. Hierbij valt te denken aan leges, brandweerrechten en lijkbezorgingsrechten.

De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente. Van de lokale heffingen die bij de algemene dekkingsmiddelen horen is de OZB de belangrijkste. De OZB is ca. 11,5 % van de totale algemene dekkingsmiddelen. De andere belastingen die als algemeen dekkingsmiddel dienen zijn de toeristenbelasting en de forensenbelasting. Heffingen die ter dekking van specifieke kosten dienen zijn de afvalstoffenheffing en de rioolheffing.

Tarieven
2020 2021
Onroerende zaakbelastingen
OZB-eigenaren woningen naar percentage van de waarde 0,1191 0,1134
OZB-eigenaren niet-woningen naar percentage van de waarde 0,2068 0,2064
OZB-gebruikers niet-woningen naar percentage van de waarde 0,1112 0,112
Forensenbelasting
-      Waarde tot € 50.000 276,00 283,00
-      Waarde van € 50.000 tot € 75.000 417,00 427,00
-      Waarde van € 75.000 tot € 130.000 558,00 571,00
-      Waarde van € 130.000 tot € 200.000 700,00 717,00
-      Meer dan € 200.000 840,00 860,00
Toeristenbelasting 1,20 1,20
Afvalstoffenheffing
-      Eenpersoonshuishouding 162,50 190,00
-      Meerpersoonshuishouding 216,00 253,00
Rioolheffing
- WOZ-waarde van € 0 tot € 15.000 0,00 0,00
- WOZ-waarde van € 15.000 tot € 50.000 53,00 53,00
- WOZ-waarde van € 50.000 tot € 100.000 118,00 118,00
- WOZ-waarde van € 100.000 tot € 150.000 149,00 149,00
- WOZ-waarde van € 150.000 tot € 250.000 159,00 159,00
- WOZ-waarde van € 250.000 tot € 400.000 168,00 168,00
- WOZ-waarde van € 400.000 tot € 600.000 193,00 193,00
- WOZ-waarde van € 600.000 tot € 800.000 213,00 213,00
- WOZ-waarde van € 800.000 tot € 1.000.000 256,00 256,00
- WOZ-waarde van € 1.000.000 tot € 2.000.000 432,00 432,00
- WOZ-waarde van € 2.000.000 tot € 3.000.000 2.651,00 2.651,00
- WOZ-waarde van € 3.000.000 tot € 5.000.000 5.304,00 5.304,00
- WOZ-waarde van € 5.000.000 tot € 10.000.000 6.585,00 6.585,00
- WOZ-waarde van € 10.000.000 tot € 25.000.000 8.795,00 8.795,00
- WOZ-waarde van € 25.000.000 tot € 50.000.000 13.038,00 13.038,00
- WOZ-waarde vanaf € 50.000.000 26.521,00 26.521,00
Geraamde inkomsten
2020* 2021**
OZB *** 4.402.000 4.517.000 * Raming inclusief begrotingswijzigingen t/m voorjaarsrapportage 2020.
Forensenbelasting 142.000 145.000 ** Raming primitieve begroting inclusief nieuwe voorstellen
Toeristenbelasting 1.496.000 1.646.000 *** Inclusief trend 1,5% en areaalacres
Afvalstoffenheffing 2.155.000 2.543.000
Rioolheffing 2.051.000 2.051.000
Leges omgevingsvergunning 556.000 569.000
Leges burgerzaken 312.000 342.000
Lijkbezorgingsrechten 133.000 136.000
Overige leges 17.000 17.000

Beleid ten aanzien van de lokale heffingen

OZB

In het belastingjaar 2021 worden de onroerende zaakbelastingen geheven op basis van de WOZ-waarden die naar peildatum 1 januari 2020 worden vastgesteld. Uit voorlopige berekeningen blijkt dat de gemiddelde waarde van woningen ten opzichte van peildatum 1 januari 2019 is gestegen met 4%. De gemiddelde waarde van niet-woningen is niet gedaald of gestegen ten opzichte van deze peildatum.

Voor de berekening van het tarief van de OZB 2021 gaan we uit van de OZB opbrengst 2020, inclusief een trendmatige verhoging van 1,5% en areaalontwikkeling. De totale opbrengst voor 2021 wordt geraamd op
€ 4.517.000.

Bij de berekening van de nieuwe tarieven en de opbrengst moet rekening worden gehouden met de daarvoor geldende wettelijke kaders zoals aangegeven in de Gemeentewet.

Er bestaat een relatie tussen de OZB en de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De Financiële Verhoudingswet regelt onder meer de verdeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds over de gemeenten. De algemene uitkering wordt over de gemeenten verdeeld met behulp van verdeelmaatstaven die verschillen in kosten weerspiegelen, maar ook verschillen in belastingcapaciteit. De belastingcapaciteit is een afgeleide van de waarde van onroerende zaken. Gemeenten met binnen hun grenzen veel hoog gewaardeerde onroerende zaken ontvangen een lagere uitkering dan soortgelijke gemeenten met minder waardevolle onroerende zaken.

Het is de planning dat de aanslagen OZB 2021 met dagtekening 28 februari 2021 worden opgelegd.

Herwaardering naar waardepeildatum 1 januari 2020

De Wet WOZ stelt steeds hogere eisen aan de WOZ-administratie. De WOZ-waarde wordt voor veel doeleinden gebruikt en de WOZ-waarde van woningen is openbaar.

De WOZ-waarde wordt door de gemeente gebruikt voor het bepalen van het tarief voor de onroerende zaak belastingen, de rioolheffing en de forensenbelasting. De belastingdienst gebruikt de WOZ-waarde voor de inkomstenbelasting, schenkbelasting en erfbelasting. Het waterschap gebruikt de WOZ-waarde voor watersysteemheffing. Sinds oktober 2015 wordt de WOZ-waarde ook gebruikt voor het woningwaarderingsstelsel, een systeem om de maximale huurprijs voor woningen in de gereguleerde huursector te bepalen.

De WOZ-administratie is één van de zogeheten basisadministraties. De WOZ-gegevens worden uitgewisseld met de landelijke voorziening WOZ.

Momenteel zijn we volop bezig met de herwaardering van onroerende zaken naar waardepeildatum 1 januari 2020. Voor de herwaardering gebruiken wij het taxatiepakket, 4WOZ. 

Zowel de woningen als de niet-woningen worden in eigen beheer gewaardeerd. Bij de herwaardering van niet-woningen worden wij ondersteund door een extern bureau. De agrarische objecten en de incourante objecten worden geautomatiseerd getaxeerd middels een koppeling met de landelijke taxatiewijzers (TIOX).

De WOZ-waardering vindt jaarlijks plaats. De periode tussen de peildatum en de aanvang van het tijdvak is 1 jaar. In het jaar 2021 zal er een nieuw WOZ-tijdvak ingaan met waardepeildatum 1 januari 2020.

De beschikkingen voor het jaar 2021 moeten voor 1 maart 2021 worden verzonden. De WOZ-beschikking wordt gecombineerd met de aanslag gemeentelijke belastingen opgelegd met dagtekening 28 februari 2021.

 

 Afvalstoffenheffing

Als uitgangspunt voor de bepaling van het tarief voor de afvalstoffenheffing geldt 100% kostendekkendheid. De kosten van de gemeentereiniging worden voor 2021 geraamd op € 2.543.000. Dat is bijna €400.000 hoger dan in 2020. Dit wordt  met name veroorzaakt door hogere kosten voor inzameling van grijs, groen en PMD,  hogere kosten van verwerking en vermarkting van PMD, de inzameling van oud papier en de lagere inkomst vanuit Nedvang betreffende  de vergoedingen  voor de inzameling van PMD. Dat heeft een verhoging van de tarieven voor de afvalstoffenheffing tot gevolg van 17%.

Heffingssystematiek

De afvalstoffenheffing is een tijdvakafhankelijke heffing. Dit betekent dat bij vestiging een aanslag naar tijdsgelang wordt opgelegd en dat bij verhuizing naar een andere gemeente of overlijden een vermindering naar tijdsgelang wordt verleend.

Berekening van kostendekkendheid afvalstoffenheffing bedrag percentage
(bedragen x € 1.000)
Kosten taakveld 2.406
Inkomsten taakveld -482
Netto kosten taakveld 1.924 76%
Toe te rekenen kosten:
Overhead 214 8%
Rente 39 2%
BTW 314 12%
Kwijtschelding 51 2%
Totaal kosten 2.543
Opbrengst heffingen 2.543 100%

De BTW is berekend over de kosten die daarvoor in aanmerking komen.

 

Rioolheffing

De rioolheffing is een bestemmingsbelasting en dient ter bekostiging van de gemeentelijke watertaken voor afvalwater, hemelwater en grondwater. Het Verbreed Gemeentelijk Riolering Plan (VGRP) vormt de basis voor de te plegen investeringen. De te plegen investeringen vanuit het VGRP worden gedekt uit de rioolheffing. De opbrengst voor de rioolheffing wordt geraamd op € 2.051.000. 

Heffingssystematiek

De rioolheffing is een tijdstipafhankelijke heffing. Dit betekent dat de rioolheffing wordt geheven van degene die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar is van een perceel. Het tarief is afhankelijk van de WOZ-waarde van het perceel.

Berekening van kostendekkendheid rioolheffing
bedrag percentage
(bedragen x € 1.000)
Kosten taakveld 1.448
Inkomsten taakveld -3
Netto kosten taakveld 1.445 70%
Toe te rekenen kosten:
Overhead 233 11%
Rente 135 7%
BTW 58 3%
Straatvegen 32 2%
Slootonderhoud 110 5%
Vijveronderhoud 39 2%
Totaal kosten 2.051
Opbrengst heffingen 2.051 100%

De BTW is de bevroren BTW component die met ingang van de intrede van het BTW compensatiefonds wordt berekend over de exploitatielasten.

 

Toeristenbelasting

Toeristenbelasting is een algemeen dekkingsmiddel, er hoeft geen directe tegenprestatie voor te worden geleverd. Als gemeente leveren we veel ‘prestaties’ voor toeristen zoals het in stand houden van diverse voorzieningen (zwembaden), inrichting centrumplannen, aanleg en onderhoud fietspaden etc. Het kwantificeren van deze kosten is erg subjectief en is afhankelijk van in welke mate toeristen gebruik maken van onze voorzieningen.

Sinds 2017 wordt de verordening toeristenbelasting tegelijk met de vaststelling van de overige belastingtarieven in de begrotingsvergadering, maar dan telkens een jaar vooruit, ter vaststelling voorgelegd. Hiermee zijn we tegemoet gekomen aan de wens van recreatieondernemers en hebben we in samenwerkingsverband een stap gemaakt in de harmonisatie van het beleid van vaststelling van de verordening toeristenbelasting.

In het coalitieakkoord is aangegeven dat de toeristenbelasting de komende jaren niet wordt verhoogd. Het tarief voor de toeristenbelasting 2021 is daarom bevroren op € 1,20. 

De geraamde opbrengst toeristenbelasting 2021 bedraagt € 1.646.000.

Evenals in voorgaande jaren is het mogelijk voor recreatieondernemers om het nachtverblijfregister digitaal te verstrekken.

In navolging van ontwikkelingen bij de landelijke overheid om te komen tot administratieve lastenverlichting voor burgers en bedrijven binnen de gemeente en ook voor de gemeente zelf, wordt geen aanslag toeristenbelasting opgelegd als er minder dan 50 overnachtingen hebben plaatsgevonden. In de loop van 2020 zou worden onderzocht, mede in overleg met de recreatiesector, of het wenselijk is om deze aanslaggrens te laten vervallen. In verband met de coronacrisis is dit onderzoek uitgesteld naar 2021.
Dit zou kunnen resulteren in het aanpassen van de verordening toeristenbelasting voor 2022. 

 

Forensenbelasting

Voor belastingjaar 2021 stellen wij voor om de tarieven trendmatig te verhogen met 2,4%. De geraamde inkomst voor 2021 bedraagt € 145.000.

Met ingang van 1 januari 2021 worden de waarden opnieuw vastgesteld naar waardepeildatum 1 januari 2020. Uit marktanalyse blijkt dat de gemiddelde waarde van recreatiewoningen in de periode tussen de peildatum 1 januari 2019 en 1 januari 2020  is gestegen (ca. 8 % stijging). De waardeklassen hoeven daarom niet te worden verlaagd of verhoogd.

 

Lijkbezorgingsrechten

Voor belastingjaar 2021 stellen wij voor om de tarieven trendmatig te verhogen met 2,4%. De geraamde inkomst voor 2021 bedraagt € 136.000.

 

Leges

Voor de bepaling van de tarieven voor de leges geldt als uitgangspunt dat deze maximaal 100% kostendekkend mogen zijn. Vanuit de organisatie is in 2017 gekeken naar de kostendekkendheid van de leges omgevingsvergunning. Dit omdat door het verruimen van de mogelijkheden van vergunningsvrij bouwen en beperkte nieuwbouw de leges structureel achterbleven bij de raming. Dit gedeelte is tegen het licht gehouden. Er is gekeken naar het verschil in kostendekkendheid en naar de mogelijkheid om tot een vereenvoudiging van de tariefopbouw te komen. Het uitgangspunt hierbij is dat kleinere bouwprojecten niet te zwaar mogen worden belast. Naar aanleiding van dit onderzoek zijn de bouwleges voor 2017 al substantieel verhoogd. Voor 2018, 2019 en 2020 zijn de tarieven vervolgens alleen trendmatig verhoogd. Wij stellen dan ook voor om de leges in 2021 wederom alleen trendmatig te verhogen met 2,4% met uitzondering van de bij wet geregelde legesbedragen. De opbrengst voor de bouwleges, leges burgerzaken en overige leges bedraagt € 928.000,-.

Kwijtscheldingsbeleid

Gemeenten kunnen met inachtneming van de Invorderingswet 1990 kwijtschelding verlenen van gemeentelijke heffingen. Gemeenten beslissen zelf of, en zo ja voor welke heffingen kwijtschelding kan worden verkregen. Gemeenten zijn gebonden aan de landelijke Uitvoeringsregeling. Alleen ten aanzien van kosten van bestaan hebben gemeenten de mogelijkheid om af te wijken van de regeling.

De rijksregeling gaat uit van 90% van de bijstandsnorm als norm voor het verlenen van kwijtschelding.

In de gemeente Aa en Hunze is er voor gekozen om 100% van de bijstandsnorm als bestaansminimum te hanteren. Onze kwijtscheldingsnorm is daarmee maximaal c.q. zo ruim mogelijk. Daarnaast is besloten om kwijtschelding mogelijk te maken voor OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Voor mensen met een inkomen dat iets meer bedraagt dan het minimum kan een gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend.

De kwijtscheldingsverzoeken worden sinds 2011 beoordeeld door Hefpunt in Groningen. Het Hefpunt in Groningen is vanaf 2019 overgegaan in het Noordelijk Belastingkantoor.

Voor kwijtschelding van zowel de gemeentelijke belastingen als de waterschapsbelasting hoeven inwoners maar één formulier in te vullen. Wie al eens kwijtschelding heeft ontvangen, ontvangt automatisch opnieuw kwijtschelding als er sprake is van ongewijzigde omstandigheden.

 

Lokale lastendruk

In onderstaande tabel wordt de lokale lastendruk per inwoner in euro’s weergegeven over de jaren 2018 t/m 2021:

Lokale lastendruk
jaar inwoners afval riool ozb totaal per inwoner
2018 25.300 1.997.000 2.093.000 4.270.000 8.360.000 330
2019 25.385 2.003.000 2.071.000 4.301.000 8.375.000 330
2020 25.556 2.155.000 2.051.000 4.402.000 8.608.000 337
2021 24.445 2.543.000 2.051.000 4.517.000 9.111.000 373

We streven er al jaren naar om de gemeentelijke lasten voor inwoners binnen de perken te houden. Tot en met belastingjaar 2019 is dit gelukt  In de tabel is te zien dat de lastendruk per inwoner gelijk blijft tot en met het jaar 2019. Voor het jaar 2021 stellen we voor om een trendmatige verhoging van 1,5% toe te passen op het OZB tarief.  Daarnaast is er sprake van kostenverhoging voor het ophalen en verwerken van kunststoffen en het teruglopen van de vergoeding hiervoor vanuit Nedvang waardoor het tarief voor de afvalstoffenheffing voor 2021 aanzienlijk stijgt. In de tabel hierboven wordt dit zichtbaar door een verhoging van de lastendruk per inwoner van € 36,-( 10,6%) ten opzichte van 2020.

Geraamde inkomsten

Terug naar navigatie - Geraamde inkomsten

  

Geraamde inkomsten
2020* 2021**
OZB*** 4.402.000 4.517.000 * Raming inclusief begrotingswijzigingen
Forensenbelasting 142.000 145.000 ** Raming primitieve begroting inclusief voorstellen uit ambities
Toeristenbelasting 1.496.000 1.646.000 *** Inclusief trend 1,5% en areaalacres 2021
Afvalstoffenheffing 2.155.000 2.543.000
Rioolheffing 2.051.000 2.051.000
Leges omgevingsvergunning 556.000 569.000
Leges burgerzaken 312.000 342.000
Lijkbezorgingsrechten 133.000 136.000
Overige leges (programma 1, 2 en 3) 17.000 17.000