Financiering

Financiering

Terug naar navigatie - Financiering

De financieringsparagraaf is een verplicht onderdeel in de programmabegroting en –rekening en vloeit voort uit de Wet Financiering decentrale overheden (wet FIDO). Deze wet schept een bindend kader voor een verantwoordelijke en professionele inrichting van een treasuryfunctie bij decentrale overheden. Het belangrijkste uitgangspunt van de wet FIDO is het beheersen van de financiële risico's. De wijze waarop de risico’s binnen de gemeente Aa en Hunze worden beheerst is geregeld in het treasurystatuut. Dit statuut vormt dan ook de basis voor de paragraaf financiering.

De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma’s door middel van de financiering van beleid en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn.

Treasury omvat het sturen, beheersen, verantwoorden over en toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's.

 

Toerekening van rente

In de notitie Rente 2017 van de commissie BBV wordt ingegaan op de verwerking van de rentelasten en –baten in de begroting en de jaarstukken. Doelstelling van de notitie is het bevorderen van een eenduidige handelswijze met betrekking tot rente door gemeenten (harmonisering), stimuleren dat gemeenten de (verwachte) werkelijke rentelasten opnemen in de begroting en de jaarstukken en het eenduidig inzichtelijk maken van de wijze waarop de gemeenten met rente zijn omgegaan (transparantie).

De bepalingen en richtlijnen van de notitie hebben geleid tot aanpassing van het gemeentelijk rentebeleid. Hiervoor is de rentenota 2017 opgesteld. Deze nota is op 29 juni 2017 vastgesteld in de raad. Hierin is vastgelegd dat:

  1. Als nieuwe methode alleen de werkelijke rente van externe financieringsmiddelen wordt toegepast, conform het advies van de commissie BBV;
  2. De kostendekkende tarieven worden bepaald op basis van de werkelijke rentelast;
  3. De afschrijvingsmethodiek voor alle activa wordt geüniformeerd, waarmee op alle activa lineair wordt afgeschreven.

 

 

Renteschema 2021
a Externe rentelasten over de korte en lange financiering 17.500
b Externe rentebaten -62.423
Saldo rentelasten en baten -44.923
c 1 Rente aan grondexploitatie -/- -18.057
2 Rente projectfinanciering -/-
3 Rentebaat verstrekte lening +/-
-18.057
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente -62.980
d 1 Rente eigen vermogen +/+ 0
d 2 Rente voorzieningen +/+ 0
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente -62.980
e Werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) -/- -224.235
f Renteresultaat taakveld Treasury (- is positief resultaat) -287.215

Financiering

De leningenportefeuille (looptijd >1 jaar) ziet er als volgt uit:

           

Stand per 1 januari 2021              € 7.381.000

Nieuwe leningen                               €                     0

Reguliere aflossingen                     €      890.000

Stand per 31 december 2021    € 6.491.000

 

De rente voor kort geld (<1 jaar) is lager dan de rente voor lang geld (>1 jaar). Sinds 2016 is de rente op kortlopende leningen zelfs regelmatig negatief. Wanneer er een financieringsbehoefte ontstaat, wordt daarom eerst tot het conform de wet FIDO maximaal toegestane bedrag met kort geld gefinancierd.  De netto schuld van de gemeente Aa en Hunze per inwoner is relatief gezien laag.

 

Financieringsrisico’s

Ten aanzien van de beleidsvoornemens voor het risicobeheer van de financieringsportefeuille zijn de volgende risico’s te onderscheiden:

 

1. Renterisico

Ten aanzien van het renterisico dient te worden gekeken naar het risico van de vlottende schuld en de risico’s van langlopende leningen. Ter beperking van de het renterisico zijn 2 normen opgesteld: de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Het doel van deze normen, uit hoofde van de wet FIDO, is te voorkomen dat bij herfinanciering van leningen bij (aanzienlijk) hogere rente grote schokken optreden in de hoogte van de rente die de gemeente moet betalen.  

 

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet heeft betrekking op vlottende schulden met een looptijd tot maximaal 1 jaar inclusief de debetstand op de rekening-courant. De kasgeldlimiet is gelimiteerd tot 8,5% van het bedrag van de begroting (2021 € 66,8 mln). De kasgeldlimiet was in 2021 ca. € 5,7 mln. Eenmaal per kwartaal wordt de gemiddelde liquiditeitspositie berekend. Als in drie achtereenvolgende kwartaalrapportages de kasgeldlimiet wordt overschreden, wordt de toezichthouder daarvan op de hoogte gesteld. Daarbij moet in een plan zichtbaar worden gemaakt hoe men opnieuw aan de kasgeldlimiet denkt te zullen gaan voldoen. In 2021 werd de limiet alleen in het 1e kwartaal overschreden.

Gemiddelde liquiditeitspositie 2021 per kwartaal
Kasgeldlimiet 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
-/- € 5,0 mln. € -6.316.695 € -5.164.742 € -58.650 € -2.598.227

Renterisiconorm

De renterisiconorm heeft betrekking op leningen met een looptijd > 1 jaar. De norm houdt in, dat de jaarlijkse aflossingen en de renteherzieningen samen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. De aflossingen worden ook meegenomen, omdat in geval van herfinanciering hierover ook renterisico wordt gelopen. In het onderstaande schema is het renterisico voor onze langlopende leningen in beeld gebracht. Uit dit overzicht blijkt dat nu en de komende jaren een zeer beperkt (ruim binnen de norm) renterisico op de langlopende schulden wordt gelopen.

Berekening Renterisico vaste schuld
(Bedragen X € 1.000)
Jaar 2021 2022 2023 2024
1 Renteherzieningen 0 0 0 0
2 Aflossingen 891 891 700 700
3 Renterisico (1+2) 891 891 700 700
4 Renterisiconorm (20% begrotingtotaal) 13.340 13.340 13.340 13.340
5a Ruimte onder renterisiconorm (4>3) 12.449 12.449 12.640 12.640
5b Overschrijding renterisiconorm (3>4) 0 0 0 0

2. Kredietrisico

Kredietrisico's doen zich voor bij de verstrekte leningen. In onderstaande tabel is aangegeven aan welke groepen leningen zijn verstrekt.

Kredietrisico’s
Risicogroep restant vordering
per 31-12-2021
Deelnemingen € 712.089
Langlopende personeelsleningen € 273.290
Woningbouwcorporaties € 3.502
Blijversleningen € 0
Startersleningen € 841.971
Zonneleningen € 146.134
Totaal € 1.976.986

De vordering op deelnemingen betreft een vordering op Enexis. Deze vordering is een aandeelhouderslening. Enexis gebruikt de lening om de energietransitie deels mee te financieren. 

De langlopende personeelsleningen zijn hypotheken. Hierbij is het kredietrisico klein, omdat de verstrekte lening nooit hoger is dan de waarde van het onderpand. Er worden geen nieuwe personeelsleningen meer afgesloten. Hierdoor daalt het uitstaande bedrag.

De startersleningen zijn hypotheken die worden verstrekt om het verschil tussen de verwervingskosten en de volgens NHG normen verstrekte eerste hypotheek te financieren. Het betreft een krediet van maximaal € 35.000 waarbij de eerste 3 jaar geen rente en aflossing wordt betaald. Daarna wordt per periode op basis van een inkomenstoets de hoogte van de rente en aflossing bepaald.

De zonnelening biedt een oplossing voor huiseigenaren om met een lening tegen gunstige voorwaarden in energiebesparende maatregelen te investeren. Aa en Hunze stimuleert zo energiebesparing in bestaande koopwoningen. Er worden geen zonneleningen meer verstrekt door de gemeente. Burgers kunnen hiervoor terecht bij de provincie.

De blijverslening is voor mensen die graag langer in hun woning willen blijven wonen en daarvoor aanpassingen aan hun woning willen laten doen. De interesse hiervoor is tot op heden gering.

 

Naast de verstrekte leningen staat de gemeente ook borg voor leningen. Dit betreft borgstellingen voor:

 

                                                                                                                               Stand per 31-12-2021

- NHG hypotheken                                                                                                       €       924.792

- Woningcorporaties                                                                                                  € 17.121.807 

- Dorpshuizen                                                                                                                  €       299.280

Het saldo van de borgstelling voor NHG hypotheken neemt langzaam af, omdat de gemeente sinds 2011 niet meer borg staat voor nieuwe NHG hypotheken (stand per 01/01/2021 was € 1.052.571). Door aflossing neemt, naast het saldo ook het risico af. Het saldo voor borgstelling aan Woningcorporaties, de bibliotheek en de Stichting Welzijn Aa en Hunze is ook afgenomen (stand per 01/01/2021 was € 17.755.467). Het risico is beperkt, omdat de gemeente functioneert als achtervang. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw staat borg. Het risico op de borgstelling voor dorpshuizen is wat hoger. De dorpshuizen dienen wel als onderpand.