Lokale heffingen

Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Lokale heffingen

De lokale heffingen kunnen worden onderscheiden in belastingen en retributies.

Belastingen zijn verplichte betalingen waar geen rechtstreekse individuele tegenprestatie van de gemeente tegenover staat. De onroerende zaakbelastingen (OZB), afvalstoffenheffing, rioolheffing, toeristenbelasting en forensenbelasting vallen hieronder.

Retributies zijn betalingen die krachtens algemene regels worden gevorderd ter zake van een concrete door de gemeente bewezen dienst. Hierbij valt te denken aan leges, brandweerrechten en lijkbezorgingsrechten.

De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente. Van de lokale heffingen die bij de algemene dekkingsmiddelen horen is de OZB de belangrijkste. De OZB is  8,2% van de totale algemene dekkingsmiddelen. De andere belastingen die als algemeen dekkingsmiddel dienen zijn de toeristenbelasting en de forensenbelasting. Heffingen die ter dekking van specifieke kosten dienen zijn de afvalstoffenheffing en de rioolheffing.

Tarieven
2023 2024
Onroerende zaakbelastingen
OZB-eigenaren woningen naar percentage van de waarde 0,0926 0,0952
OZB-eigenaren niet-woningen naar percentage van de waarde 0,2144 0,2315
OZB-gebruikers niet-woningen naar percentage van de waarde 0,0993 0,1046
Forensenbelasting
-      Waarde tot € 50.000 294,00 305,00
-      Waarde van € 50.000 tot € 75.000 443,00 460,00
-      Waarde van € 75.000 tot € 130.000 593,00 616,00
-      Waarde van € 130.000 tot € 200.000 745,00 774,00
Waarde van € 200.000 tot € 300.000 892,00 927,00
Waarde van € 300.000 tot € 500.000 1052,00 1093,00
Waarde meer dan € 500.000 1205,00 1252,00
Toeristenbelasting 1,25 1,25
Afvalstoffenheffing
-      Eenpersoonshuishouding 187,50 205,50
-      Meerpersoonshuishouding 250,00 274,00
Rioolheffing
- WOZ-waarde van € 0 tot € 15.000 0,00 0,00
- WOZ-waarde van € 15.000 tot € 50.000 51,00 52,00
- WOZ-waarde van € 50.000 tot € 100.000 113,00 116,00
- WOZ-waarde van € 100.000 tot € 150.000 143,00 147,00
- WOZ-waarde van € 150.000 tot € 250.000 153,00 157,00
- WOZ-waarde van € 250.000 tot € 400.000 161,00 165,00
- WOZ-waarde van € 400.000 tot € 600.000 185,00 190,00
- WOZ-waarde van € 600.000 tot € 800.000 204,00 209,00
- WOZ-waarde van € 800.000 tot € 1.000.000 245,00 251,00
- WOZ-waarde van € 1.000.000 tot € 2.000.000 414,00 424,00
- WOZ-waarde van € 2.000.000 tot € 3.000.000 2.538,00 2.601,00
- WOZ-waarde van € 3.000.000 tot € 5.000.000 5.078,00 5.204,00
- WOZ-waarde van € 5.000.000 tot € 10.000.000 6.305,00 6.462,00
- WOZ-waarde van € 10.000.000 tot € 25.000.000 8.420,00 8.630,00
- WOZ-waarde van € 25.000.000 tot € 50.000.000 12.483,00 12.795,00
- WOZ-waarde vanaf € 50.000.000 25.391,00 26.025,00
Geraamde inkomsten
2023* 2024**
OZB *** 4.851.000 5.090.000
Forensenbelasting 180.000 187.000
Toeristenbelasting 1.865.000 1.865.000
Afvalstoffenheffing 2.648.000 2.825.000
Rioolheffing 2.148.000 2.219.000
Leges omgevingsvergunning 467.000 485.000
Leges burgerzaken 362.000 376.000
Lijkbezorgingsrechten 100.000 104.000
Overige leges 26.000 27.000
* inclusief begrotingswijzigingen
** inclusief voorstellen begroting 2024

Beleid ten aanzien van de lokale heffingen

OZB
In het belastingjaar 2024 worden de onroerende zaakbelastingen geheven op basis van de WOZ-waarden die naar peildatum 1 januari 2023 worden vastgesteld. Uit voorlopige berekeningen blijkt dat de gemiddelde waarde van woningen en  niet-woningen gelijk is gebleven ten opzichte van peildatum 1 januari 2022.

Voor de berekening van het tarief van de OZB 2024  gaan we uit van de OZB opbrengst 2023, inclusief een inflatiecorrectie van 3,9% en areaalontwikkeling. De totale opbrengst voor 2024 wordt geraamd op € 5.090.000,-. 

Bij de berekening van de nieuwe tarieven en de opbrengst moet rekening worden gehouden met de daarvoor geldende wettelijke kaders zoals aangegeven in de Gemeentewet.

Er bestaat een relatie tussen de OZB en de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De Financiële Verhoudingswet regelt onder meer de verdeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds over de gemeenten. De algemene uitkering wordt over de gemeenten verdeeld met behulp van verdeelmaatstaven die verschillen in kosten weerspiegelen en verschillen in belastingcapaciteit. De belastingcapaciteit is een afgeleide van de waarde van onroerende zaken. Gemeenten met binnen hun grenzen veel hoog gewaardeerde onroerende zaken ontvangen een lagere uitkering dan soortgelijke gemeenten met minder waardevolle onroerende zaken.

Het is de planning dat de aanslagen OZB 2024 met dagtekening 22 februari 2024 worden opgelegd.

Herwaardering naar waardepeildatum 1 januari 2023
De Wet WOZ stelt steeds hogere eisen aan de WOZ-administratie. De WOZ-waarde wordt voor veel doeleinden gebruikt en de WOZ-waarde van woningen is openbaar.

De WOZ-waarde wordt door de gemeente gebruikt voor het bepalen van het tarief voor de onroerende zaak belastingen, de rioolheffing en de forensenbelasting. De belastingdienst gebruikt de WOZ-waarde voor de inkomstenbelasting, schenkbelasting en erfbelasting. Het waterschap gebruikt de WOZ-waarde voor watersysteemheffing. Sinds oktober 2015 wordt de WOZ-waarde ook gebruikt voor het woningwaarderingsstelsel, een systeem om de maximale huurprijs voor woningen in de gereguleerde huursector te bepalen.

De WOZ-administratie is één van de zogeheten basisadministraties. De WOZ-gegevens worden uitgewisseld met de landelijke voorziening WOZ.

Momenteel zijn we volop bezig met de herwaardering van onroerende zaken naar waardepeildatum 1 januari 2023. Voor de herwaardering gebruiken wij het taxatiepakket, 4WOZ. 

In 2016 heeft de Waarderingskamer besloten dat de waardering van onroerende zaken voor de Wet WOZ moet veranderen. De belangrijkste doelstellingen van de Wet WOZ zijn kwaliteit, uniformiteit, duidelijkheid en doelmatigheid. Onder andere het aspect van uniformiteit heeft de Waarderingskamer doen besluiten om landelijk de gebruiksoppervlakte te gebruiken voor de waardering van woningen. Vanaf 2022 zijn gemeenten verplicht om woningen op basis van gebruiksoppervlakte te waarderen.  Tot 2022 werden woningen gewaardeerd op basis van de bruto inhoud. 

Zowel de woningen als de niet-woningen worden in eigen beheer gewaardeerd. Bij de herwaardering van niet-woningen worden wij ondersteund door een extern bureau. De agrarische objecten en de incourante objecten worden geautomatiseerd getaxeerd middels een koppeling met de landelijke taxatiewijzers (TIOX).

De WOZ-waardering vindt jaarlijks plaats. De periode tussen de peildatum en de aanvang van het tijdvak is 1 jaar.  In het jaar 2024 zal er een nieuw WOZ-tijdvak ingaan met waardepeildatum 1 januari 2023.

De beschikkingen voor het jaar 2024 moeten voor 27 februari 2024 worden verzonden.  De WOZ-beschikking wordt gecombineerd met de aanslag gemeentelijke belastingen opgelegd met dagtekening 22 februari 2024.

 Afvalstoffenheffing
Als uitgangspunt voor de bepaling van het tarief voor de afvalstoffenheffing geldt 100% kostendekkendheid. De kosten van de gemeentereiniging worden voor 2024 geraamd op € 2.825.000.  Ten opzichte van 2023 zijn de kosten gestegen met circa € 225.000.  In de eerste plaats wordt dit veroorzaakt door de uitvoering van het nieuwe afvalbeleid en de hogere doorrekening van de personeelskosten als gevolg van de hogere CAO. Daarnaast heeft de nieuwe aanbesteding van de verwerking van het groenafval gezorgd voor een fors hogere kostenpost.

Dit heeft een verhoging van de tarieven voor de afvalstoffenheffing tot gevolg. Het tarief voor een éénpersoonshuishouden kan worden vastgesteld op € 205,50. Voor 2023 bedroeg het tarief € 187,50. Voor meerpersoonshuishoudingen kan het tarief worden vastgesteld op € 274,-.  Dit tarief bedroeg in 2023 € 250,- 

Heffingssystematiek
De afvalstoffenheffing is een tijdvakafhankelijke heffing. Dit betekent dat bij vestiging een aanslag naar tijdsgelang wordt opgelegd en dat bij verhuizing naar een andere gemeente of overlijden een vermindering naar tijdsgelang wordt verleend.

Berekening van kostendekkendheid afvalstoffenheffing
bedrag percentage
(bedragen x € 1.000)
Kosten taakveld 2.549
Inkomsten taakveld -466
Netto kosten taakveld 2.083 74%
Toe te rekenen kosten:
Overhead 341 12%
Rente 36 1%
BTW 314 11%
Kwijtschelding 51 2%
Totaal kosten 2.825
Opbrengst heffingen 2.825 100%

Rioolheffing
De rioolheffing is een bestemmingsbelasting en dient ter bekostiging van de gemeentelijke watertaken voor afvalwater, hemelwater en grondwater. Het Verbreed Gemeentelijk Riolering Plan (VGRP) vormt de basis voor de te plegen investeringen. De te plegen investeringen vanuit het VGRP worden gedekt uit de rioolheffing. De kosten  voor de rioolheffing wordt geraamd op € 2.219.000,-. Dit heeft een lichte stijging van de tarieven tot gevolg.

Heffingssystematiek
De rioolheffing is een tijdstipafhankelijke heffing. Dit betekent dat de rioolheffing wordt geheven van degene die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar is van een perceel. Het tarief is afhankelijk van de WOZ-waarde van het perceel.

Berekening van kostendekkendheid rioolheffing
bedrag percentage
(bedragen x € 1.000)
Kosten taakveld 1.578
Inkomsten taakveld -25
Netto kosten taakveld 1.553 70%
Toe te rekenen kosten:
Overhead 280 13%
Rente 96 4%
BTW 58 3%
Straatvegen 76 3%
Slootonderhoud 115 5%
Vijveronderhoud 41 2%
Totaal kosten 2.219
Opbrengst heffingen 2.219 100%

Lijkbezorgingsrechten
Voor belastingjaar 2024 stellen wij voor om de tarieven te verhogen met een inflatiecorrectie van 3,9%. De geraamde inkomst voor 2024 bedraagt € 104.000,-.

Berekening van kostendekkendheid lijkbezorgingsrechten
bedrag percentage
(bedragen x € 1.000)
Kosten taakveld (incl BTW) 439
Inkomsten taakveld 0
Netto kosten taakveld 439 87%
Toe te rekenen kosten:
Overhead 64 13%
Totaal kosten 503 100%
Opbrengst heffingen 104 21%

Leges
Voor de bepaling van de tarieven voor de leges geldt als uitgangspunt dat deze maximaal 100% kostendekkend mogen zijn. Wij stellen voor om de leges 2024 te verhogen met een inflatiecorrectie van 3,9%, met uitzondering van de bij wet geregelde legesbedragen.  

Door de inwerkingtreding van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor bouwen (Wkb) per 1 januari 2024 verandert er veel voor de leges en de legesverordening. Er worden nieuwe activiteiten toegestaan om leges over te heffen maar er vervallen ook activiteiten waarvoor we nu wel leges mogen heffen. 
De legesverordening wordt in december 2023 middels een apart voorstel aan uw raad voorgelegd.

Berekening van kostendekkendheid leges H. 1 algemene dienstverlening
bedrag percentage
(bedragen x € 1.000)
Kosten taakveld 752
Inkomsten taakveld 0
Netto kosten taakveld 752 66%
Toe te rekenen kosten:
Overhead 391 34%
Totaal kosten 1.143 100%
Opbrengst leges 376 33%

Toeristenbelasting
Toeristenbelasting is een algemeen dekkingsmiddel. Er hoeft geen directe tegenprestatie voor te worden geleverd. Als gemeente leveren we veel ‘prestaties’ waar onder andere onze toeristen gebruik van maken zoals het in stand houden van diverse voorzieningen (zwembaden), inrichting centrumplannen, aanleg en onderhoud fietspaden etc. Het kwantificeren van deze kosten is erg subjectief en is afhankelijk van in welke mate toeristen gebruik maken van onze voorzieningen. 
De geraamde opbrengst toeristenbelasting bedraagt voor 2024  € 1.865.000,-.

Forensenbelasting
Voor belastingjaar 2024 stellen wij voor om de tarieven te verhogen met een inflatiecorrectie van 3,9%.  De geraamde inkomst voor 2024 bedraagt € 187.000,-.

Kwijtscheldingsbeleid
Gemeenten kunnen met inachtneming van de Invorderingswet 1990 kwijtschelding verlenen van gemeentelijke heffingen. Gemeenten beslissen zelf of, en zo ja voor welke heffingen kwijtschelding kan worden verkregen. In Aa en Hunze kan kwijtschelding worden verkregen voor afvalstoffenheffing, rioolrecht en OZB. Gemeenten zijn gebonden aan de landelijke Uitvoeringsregeling. Alleen ten aanzien van kosten van bestaan hebben gemeenten de mogelijkheid om af te wijken van de regeling.

De rijksregeling gaat uit van 90% van de bijstandsnorm als norm voor het verlenen van kwijtschelding.

In de gemeente Aa en Hunze is er voor gekozen om 100% van de bijstandsnorm als bestaansminimum te hanteren. Onze kwijtscheldingsnorm is daarmee maximaal c.q. zo ruim mogelijk. Daarnaast is besloten om kwijtschelding mogelijk te maken voor OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Voor mensen met een inkomen dat iets meer bedraagt dan het minimum kan een gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend.

De kwijtscheldingsverzoeken worden beoordeeld door het Noordelijk Belastingkantoor.

Voor kwijtschelding van zowel de gemeentelijke belastingen als de waterschapsbelasting hoeven inwoners maar één formulier in te vullen. Wie al eens kwijtschelding heeft ontvangen, ontvangt automatisch opnieuw kwijtschelding als er sprake is van ongewijzigde omstandigheden.

Lokale lastendruk
In onderstaande tabel wordt de lokale lastendruk per inwoner in euro’s weergegeven over de jaren 2021 tot en met 2024:

Lokale lastendruk
jaar inwoners afval riool ozb totaal per inwoner
2021 25.388 2.543.000 2.051.000 4.517.000 9.111.000 359
2022 25.565 2.456.000 2.071.000 4.697.000 9.224.000 361
2023 25.737 2.648.000 2.148.000 4.851.000 9.647.000 375
2024 25.730 2.825.000 2.219.000 5.090.000 10.134.000 394

We streven er al jaren naar om de gemeentelijke lasten voor inwoners binnen de perken te houden.

Voor het jaar 2024 gaan we uit van de OZB opbrengst 2023 inclusief een inflatiecorrectie van 3,9% en areaalontwikkeling.  De tarieven voor de afvalstoffenheffing  en rioolheffing stijgen. In de tabel is te zien dat er een stijging is in de lasten per inwoner.