Lokale heffingen

Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Lokale heffingen

 

De lokale heffingen kunnen worden onderscheiden in belastingen en retributies.

Belastingen zijn verplichte betalingen waar geen rechtstreekse individuele tegenprestatie van de gemeente tegenover staat. De onroerende zaakbelastingen (OZB), afvalstoffenheffing, rioolheffing, toeristenbelasting en forensenbelasting vallen hieronder.

Retributies zijn betalingen die krachtens algemene regelen worden gevorderd ter zake van een concrete door de gemeente bewezen dienst. Hierbij valt te denken aan leges, brandweerrechten en lijkbezorgingsrechten.

De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente. Van de lokale heffingen die bij de algemene dekkingsmiddelen horen is de OZB de belangrijkste. De OZB is ca. 9% van de totale algemene dekkingsmiddelen. De andere belastingen die als algemeen dekkingsmiddel dienen zijn de toeristenbelasting en de forensenbelasting. Heffingen die ter dekking van specifieke kosten dienen zijn de afvalstoffenheffing en de rioolheffing.

Tarieven
2023
Onroerende zaakbelastingen
OZB-eigenaren woningen naar percentage van de waarde 0,0926
OZB-eigenaren niet-woningen naar percentage van de waarde 0,2144
OZB-gebruikers niet-woningen naar percentage van de waarde 0,0993
Forensenbelasting
-      Waarde tot € 50.000 294,00
-      Waarde van € 50.000 tot € 75.000 443,00
-      Waarde van € 75.000 tot € 130.000 593,00
-      Waarde van € 130.000 tot € 200.000 745,00
- Waarde van € 200.000 tot € 300.000 892,00
- Waarde van € 300.000 tot € 500.000 1.052,00
- meer dan € 500.000 1.205,00
Toeristenbelasting 1,25
Afvalstoffenheffing
-      Eenpersoonshuishouding 187,50
-      Meerpersoonshuishouding 250,00
Rioolheffing
- WOZ-waarde van € 0 tot € 15.000 0,00
- WOZ-waarde van € 15.000 tot € 50.000 51,00
- WOZ-waarde van € 50.000 tot € 100.000 113,00
- WOZ-waarde van € 100.000 tot € 150.000 143,00
- WOZ-waarde van € 150.000 tot € 250.000 153,00
- WOZ-waarde van € 250.000 tot € 400.000 161,00
- WOZ-waarde van € 400.000 tot € 600.000 185,00
- WOZ-waarde van € 600.000 tot € 800.000 204,00
- WOZ-waarde van € 800.000 tot € 1.000.000 245,00
- WOZ-waarde van € 1.000.000 tot € 2.000.000 414,00
- WOZ-waarde van € 2.000.000 tot € 3.000.000 2.538,00
- WOZ-waarde van € 3.000.000 tot € 5.000.000 5.078,00
- WOZ-waarde van € 5.000.000 tot € 10.000.000 6.305,00
- WOZ-waarde van € 10.000.000 tot € 25.000.000 8.420,00
- WOZ-waarde van € 25.000.000 tot € 50.000.000 12.483,00
- WOZ-waarde vanaf € 50.000.000 25.391,00

Beleid ten aanzien van de lokale heffingen

OZB

Voor belastingjaar 2023 zijn de onroerende zaakbelastingen geheven op basis van de WOZ-waarden die naar waardepeildatum 1 januari 2022 zijn vastgesteld. De gemiddelde waarde van woningen is gestegen met 16% t.o.v. de waardepeildatum 1 januari 2021. De gemiddelde waarde van niet-woningen is gestegen met 5%. 

Voor de bestuursperiode 2023 is uitgegaan van de OZB-opbrengst 2022, inclusief een trendmatige verhoging van 2,3%  areaalontwikkeling.  De opbrengst van de OZB is € 4.907.000. In de begroting is rekening gehouden met een opbrengst van € 4.851.000 waardoor een voordeel van € 56 .000 ontstaat.  Het voordeel is ontstaan doordat de waarden meer zijn gestegen dan waar bij het opstellen van de begroting van is uitgegaan.

Voor de waardebepaling van onroerende zaken maken we gebruik van het taxatiepakket van 4Value. De WOZ-beschikking moet binnen zes weken na het begin van het belastingjaar worden opgelegd.  De aanslagen onroerende zaakbelastingen 2023 zijn, gecombineerd met de WOZ-beschikking, met dagtekening 16 februari 2023 verzonden.  

In 2023 is er ten aanzien van 800 objecten bezwaar gemaakt. Ten opzichte van 2022 is dit een forse stijging (in 2022 is tegen ca. 200 objecten bezwaar gemaakt).  Dit wordt veroorzaakt door:

  • In 2022 is de WOZ-beschikking 2022 een maand later, eind maart, opgelegd. De reclamecampagne van de 'bezwaarbureau's' is eind maart van het jaar veel minder intensief. 
  • De gemiddelde WOZ-waarde is fors gestegen. De piek van de woningmarkt lag rond waardepeildatum 1 januari 2022 erg hoog.  De 'bezwaarbureau's' hebben hier ook op ingespeeld, de reclamecampagnes zijn fors toegenomen.

Alle bezwaren zijn afgewikkeld (395 gegrond) en verwerkt in de bovenstaande opbrengst . Er zijn 3 beroepschriften ingediend. Hiervan zijn 2 afgehandeld, gegrond en is nog 1 in behandeling bij de Rechtbank.

Evenals vorig jaar was het voor burgers, die nog geen automatische incasso hadden afgegeven, mogelijk om dit voor belastingjaar 2023 alsnog te doen. In 2023 betaalden ca. 6.800 inwoners de aanslag via automatische incasso, dit is ongeveer 52% van het totaal.

 Afvalstoffenheffing

Als uitgangspunt voor de bepaling van het tarief voor de afvalstoffenheffing geldt 100% kostendekkendheid. Het totaal aan opbrengsten van de afvalstoffenheffing 2023  bedraagt € 2.661.000 . In de begroting was rekening gehouden met een ontvangst van afvalstoffenheffing van € 2.704.000 waardoor een relatief klein nadeel van € 43.000 ontstaat. 

 

Berekening van kostendekkendheid afvalstoffenheffing
bedrag percentage
(bedragen x € 1.000)
Kosten taakveld 2.531
Inkomsten taakveld -235
Netto kosten taakveld 2.296 77%
Toe te rekenen kosten:
Overhead 255 9%
Rente 44 1%
BTW 314 11%
Kwijtschelding 51 2%
Totaal kosten 2.960 100%
Opbrengst heffingen 2.661 90%

Rioolheffing

Het Verbreed Gemeentelijk Riolering Plan (VGRP) vormt de basis voor de te plegen investeringen. De te plegen investeringen vanuit het VGRP worden gedekt uit de rioolheffing. In de begroting is een bedrag aan rioolheffing geraamd van € 2.148.000. In 2023 is een bedrag van € 2.169.000  ontvangen waardoor een voordeel van   € 21.000  ontstaat. 

Berekening van kostendekkendheid rioolheffing
bedrag percentage
(bedragen x € 1.000)
Kosten taakveld 1.503
Inkomsten taakveld -4
Netto kosten taakveld 1.499 69%
Toe te rekenen kosten:
Overhead 276 12%
Rente 128 6%
BTW 58 3%
Straatvegen 68 3%
Slootonderhoud 100 5%
Vijveronderhoud 40 2%
Totaal kosten 2.169 100%
Opbrengst heffingen 2.169 100%

Toeristenbelasting

In de begroting is een opbrengst geraamd van € 1.865.000. De werkelijke opbrengst bedraagt  € 1.986.000. Dit is een voordeel van € 121.00. Het voordeel is ontstaan door correcties op voorgaande jaren.

Forensenbelasting

In de begroting is als opbrengst voor de forensenbelasting een bedrag geraamd van € 230.000. In 2023 bedraagt de werkelijke opbrengst € 237.000, een voordeel van € 7.000

Lijkbezorgingsrechten

Voor de lijkbezorgingsrechten is een opbrengst geraamd van € 100.000 . De werkelijke opbrengsten zijn uitgekomen op € 103.000,  een voordeel van  € 3.000. 

Leges

Voor de bepaling van de tarieven voor de leges geldt als uitgangspunt dat deze 100% kostendekkend zijn. De leges zijn trendmatig verhoogd met uitzondering van de bij wet geregelde legesbedragen. Voor de leges is een opbrengst geraamd van € 993.000 . De werkelijke opbrengst voor alle leges bedraagt € 1.564.000 , hetgeen een voordeel betekent van € 571.000 ten opzichte van de begroting.  Dit wordt veroorzaakt door meer leges omgevingsvergunningen (+ € 569.000),  meer leges burgerzaken (+ € 8.000) en afname van overige leges (- €  6.000). De verantwoording van de leges vindt plaats in de pijlers 1, 3 en 4. 

Kwijtscheldingsbeleid

Gemeenten kunnen met inachtneming van de Invorderingswet 1990 kwijtschelding verlenen van gemeentelijke heffingen.
Gemeenten beslissen zelf of, en zo ja voor welke heffingen kwijtschelding kan worden verkregen. Gemeenten zijn gebonden aan de landelijke Uitvoeringsregeling.
Alleen ten aanzien van kosten van bestaan hebben gemeenten de mogelijkheid om af te wijken van de regeling.
De rijksregeling gaat uit van 90% van de bijstandsnorm. In de gemeente Aa en Hunze is er voor gekozen om 100% van de bijstandsnorm als bestaansminimum te hanteren.

Er is kwijtschelding mogelijk voor OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Voor mensen met een inkomen dat iets meer bedraagt dan het minimum kan een gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend. De kwijtscheldingsregeling wordt voor ons uitgevoerd door het Noordelijk Belastingkantoor in Groningen.
Inwoners kunnen op deze wijze op één formulier kwijtschelding aanvragen voor zowel de gemeentelijke lasten als voor de waterschapslasten.

In 2023 hebben ca.  250 belastingplichtigen kwijtschelding ontvangen van de aanslag gemeentelijke belastingen 2023 (in 2022 waren dit er  ca. 260). Er is voor een bedrag van € 52.000 kwijtschelding verleend.

Lokale lastendruk
jaar inwoners afval riool ozb totaal per inwoner
2019 25.385 2.003.000 2.071.000 4.301.000 8.375.000 330
2020 25.556 2.155.000 2.051.000 4.402.000 8.608.000 337
2021 25.445 2.625.000 2.108.000 4.564.000 9.297.000 365
2022 25.565 2.527.000 2.122.000 4.844.000 9.493.000 371
2023 25.737 2.660.000 2.169.000 4.907.000 9.736.000 378

Werkelijke inkomsten

Terug naar navigatie - Werkelijke inkomsten

  

Geraamde inkomsten
Raming* Werkelijk
OZB 4.851.000 4.907.000
Forensenbelasting 230.000 237.000
Toeristenbelasting 1.865.000 1.986.000
Afvalstoffenheffing 2.704.000 2.660.000
Rioolheffing 2.148.000 2.169.000
Leges omgevingsvergunning 617.000 1.186.000
Leges burgerzaken 362.000 370.000
Lijkbezorgingsrechten 100.000 103.000
Overige leges (programma 1, 2 en 3) 14.000 8.400
* inclusief begrotingswijzigingen