Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Weerstandsvermogen en risicobeheersing

De paragraaf weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust (solide) onze begroting is. Dit is van belang wanneer er zich financiële tegenvallers voordoen. Het weerstandsvermogen is de weerstandscapaciteit (de beschikbare financiële middelen om niet begrote kosten te kunnen dekken) minus alle risico’s (waarvoor geen maatregelen zijn getroffen én die een aanzienlijke invloed kunnen hebben op onze financiële positie).

Weerstandscapaciteit

Incidentele en structurele weerstandscapaciteit
Er wordt onderscheid gemaakt tussen incidentele en structurele weerstandscapaciteit. Met incidentele weerstandscapaciteit wordt bedoeld de aanwezige financiële middelen om eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van de gemeentelijke taken op het huidige niveau. Met structurele weerstandscapaciteit worden de aanwezige financiële middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om structurele tegenvallers op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van het beleid op het huidige niveau.

1. Incidentele weerstandscapaciteit
Onder de incidentele weerstandscapaciteit vallen:
a. De vrije algemene reserve (VAR) en het weerstandsdeel van de vrije algemene reserve  (WAR).
b. De algemene reserve grondbedrijf.
c. De overige vrije reserves (waarvoor nog geen wettelijke verplichtingen zijn aangegaan).

2. Structurele weerstandscapaciteit
Onder de structurele weerstandscapaciteit vallen:
a.    Het budget dat geraamd is voor onvoorziene uitgaven en het begrotingssaldo.
b.    De onbenutte belastingcapaciteit, dit is het verschil tussen de norm en de opbrengst.

Beleidsnota weerstandsvermogen en risicomanagement

In de raadsvergadering van 1 juni 2023 is de beleidsnota weerstandsvermogen en risicomanagement vastgesteld. In deze nota is een norm voor het weerstandsvermogen bepaald. De norm is een ratio van 1,0 voor het incidentele en structurele weerstandsvermogen. Indien één van de beide ratio's lager is dan 1,0 dient de ratio van het totale weerstandsvermogen 1,0 te zijn. De ratio voor het weerstandsvermogen is de beschikbare weerstandscapaciteit gedeeld door het risicoprofiel.

Totaal weerstandscapaciteit Toelichting
Incidentele weerstandscapaciteit (verwachting per 1 januari 2026)
- Vrije Algemene Reserve (VAR) 8.154.000
- Weerstandsdeel Algemene Reserve (WAR) 5.653.000
- Algemene Reserve Grondbedrijf 4.972.000
- Overige Vrije Reserves -
Totaal incidentele weerstandscapaciteit 18.779.000 (a)
Structurele weerstandscapaciteit
Onbenutte belastingcapaciteit: opbrengst lasten/norm
- OZB-opbrengst 5.410.000 6.945.000 De raming is inclusief 3,1% verhoging, waarvan 2,1% trend en areaalaccres
In de raadsvergadering van 1 juni 2023 is de nota financiële beleidskaders vastgesteld. Daarin is de (streef)norm voor de belastingcapaciteit vastgesteld op een marge tussen de 95% en 105%. De opbrengst voor de belastingcapaciteit komt nu, met het huidige voorstel uit op 74%. De normopbrengst is nu gebaseerd op het minimum van 95%.
- Rioolheffing kostendekkend tarief 2.458.000 2.458.000
- Afvalstoffen kostendekkend tarief 2.955.000 2.955.000
Totaal 10.823.000 12.358.000
Verschil tussen norm en opbrengst 1.535.000
Bij:
Raming onvoorzien 17.000
Begrotingsresultaat 2026 54.500 Structurele begrotingsruimte 2026, zie de uiteenzetting financiële positie in het onderdeel ‘Hoofdlijnen’.
Totaal structurele weerstandscapaciteit 1.606.500 (b)
Totaal weerstandscapaciteit (incidenteel + structureel) 20.385.500 (a+b)

Toelichting weerstandscapaciteit (verschillen t.o.v. de begroting 2025)
Ten opzichte van begroting 2025 is de incidentele weerstandscapaciteit toegenomen met € 1,2 miljoen door een stijging van de VAR. De structurele weerstandscapaciteit is gedaald met € 0,1 miljoen. 

Toelichting ratio weerstandsvermogen
De norm is een ratio van 1,0 voor het incidentele en structurele weerstandsvermogen. De berekening van de incidentele en structurele weerstandscapaciteit vindt plaats in de voorgaande tabel. In onderstaand overzicht zijn de risico’s en kansen voor de begroting 2026 geschat. Daarna worden de incidentele en structurele weerstandcapaciteit gerelateerd aan het risicoprofiel voor de berekening van de ratio's. De uitkomst is dat de ratio van het incidentele weerstandsvermogen zeer ruim boven de norm is. De ratio van het structurele weerstandsvermogen is gelijk aan de norm.

 

 

Risicomatrix Incidenteel Structureel Bedrag Kans Risicobedrag
(Bedragen x € 1.000) x 1.000
Risico's
1 Uitgaven Sociaal domein x 1.500 80% 1.200
2 Verbonden partijen structureel x 740 15% 111
3 Verbonden partijen incidenteel x 740 25% 185
4 Algemene Uitkering Gemeentefonds x 1000 60% 600
5 Planschade x 50 30% 15
6 Grondexploitatie x 1.000 10% 100
7 Bodemsaneringskosten x 100 50% 50
8 Asbestsaneringen x 250 60% 150
9 Juridische risico's x 150 60% 90
Totaal 2.501
Totaal incidenteel 590
Totaal structureel 1.911

 

 

 

Berekening ratio's weerstandsvermogen: Bedrag Ratio
(Bedragen x € 1.000) x 1.000
Incidentele weerstandscapaciteit 18.779
Incidenteel risicobedrag 590
Ratio weerstandvermogen incidenteel 32
Structurele weerstandcapaciteit 1.607
Structureel risicobedrag 1.911
Ratio weerstandvermogen structureel 1
Totale weerstandcapaciteit 20.386
Totaal risicobedrag 2.569
Ratio weerstandvermogen totaal 8

Toelichting risico’s

1.    Uitgaven sociaal domein
Het Sociaal Domein omvat de uitvoering van de Wmo 2015, de Jeugdwet, de Participatiewet en overige aanverwante taken. Deze uitgaven zijn grotendeels vraagafhankelijk en daarmee lastig volledig te voorspellen. De ontwikkeling van de vraag naar ondersteuning en zorg wordt beïnvloed door demografische, sociaal-economische en maatschappelijke trends, zoals vergrijzing, stijgende zorgvraag, complexere problematiek en economische conjunctuur. Daarnaast is er landelijk sprake van een oplopend tekort bij gemeenten op het sociaal domein, met name in de jeugdzorg.

2/3.  Verbonden partijen
Naast de voordelen die samenwerkingsverbanden opleveren, zijn er ook risico’s aan verbonden. Door deelname van de gemeente Aa & Hunze in het algemeen en/of dagelijks bestuur van gemeenschappelijke regelingen (GR-en) kunnen financiële risico’s deels worden beheerst. Voor de bedrijfsvoeringslasten is veelal sprake van een redelijk voorspelbare jaarlijkse stijging. De ontwikkeling van de programmakosten bij verbonden partijen is daarentegen sterk afhankelijk van inhoudelijke beleidskeuzes van het Rijk en van de deelnemende gemeenten. Hierdoor zijn met name de uitgaven binnen het sociaal domein, de veiligheidsregio en het openbaar vervoer minder goed voorspelbaar. De financiële risico’s beperken zich in hoofdzaak tot de mogelijke gevolgen van incidentele of structurele tegenvallers. Het aandeel van Aa & Hunze in de risico’s die de GR-en zelf hebben opgenomen in de begroting 2026 bedraagt afgerond € 740.000 voor zowel structurele als incidentele risico’s. Het bezit van aandelen in privaatrechtelijke ondernemingen heeft in het algemeen een positief effect, omdat de economische waarde vaak hoger ligt dan de balanswaarde. Wel is voorzichtigheid geboden bij het structureel opnemen van dividenduitkeringen in de begroting; achterblijvende uitkeringen kunnen leiden tot een structureel budgettair tekort.

4.    Algemene Uitkering Gemeentefonds
De economische ontwikkeling, de ontwikkeling van de rijksuitgaven en ontwikkelingen rondom de systematiek voor het bepalen van de algemene uitkering uit het gemeentefonds, maken het bepalen van de raming van deze inkomsten in onze begroting steeds weer complex. Hierdoor neemt de onzekerheid toe, met name voor de toekomstige ramingen. Daarom is dit onderwerp opgenomen als potentieel structureel risico.

5.    Planschade
In procedures met betrekking tot het wijzigen van bestemmingsplannen kan voor individuele burgers planschade ontstaan. In een aantal gevallen kunnen de hieruit voortvloeiende kosten worden opgenomen in de exploitatie van het desbetreffende plan. Daar waar mogelijk wordt de planschade afgewenteld op de initiatiefnemer. Het resterende geschatte risico is hier opgenomen.

6.    Grondexploitatie

Een beleidsmatig risico binnen een gemeente is de grondexploitatie. In Aa en Hunze loopt op dit moment nog 1 exploitatie die belangrijke invloed heeft op het totaal. Dit is het woningbouwplan Nooitgedacht in Rolde. Zie verder de paragraaf Grondbeleid voor de inhoudelijke toelichting.

7.    Bodemsaneringskosten
De aansprakelijkheid op het gebied van milieu neemt voortdurend toe. De gemeenten vormen hierbij geen uitzondering. Gemeenten lopen als rechtmatige eigenaar van gronden het risico dat vervuilde grond geschoond moet worden of dat er vaten/jerrycans worden achtergelaten. Eventuele noodzakelijke maatregelen op het terrein van de bodemsanering, die voor rekening van de gemeente kunnen komen, zijn momenteel vooralsnog niet in te schatten en daarom als risico benoemd in deze paragraaf.

8.    Asbestsaneringen
In toenemende mate wordt de gemeente geconfronteerd met illegale dumping van asbest via de vuilinzameling en asbestvervuiling als gevolg van brand. In het belang van de volksgezondheid is acute verwijdering van de vervuiling noodzakelijk. Verhaal van de kosten op de veroorzaker blijkt vaak onmogelijk en is daarom opgenomen als risico.                          

9.    Juridische risico’s
Jaarlijks worden enige procedures door of tegen de gemeente gevoerd. Er is een tendens waar te nemen van een toenemend aantal aansprakelijkheidstellingen. Gemeenten worden geconfronteerd met schadeclaims van burgers als gevolg van genomen besluiten en vermeende nalatigheid door de overheid. Zo kunnen de gemeenten aansprakelijk gesteld worden door de burger voor schade als gevolg van slecht onderhoud van de wegen, openbaar groen en voor planschades (al specifiek benoemd als risico). Voor een deel zijn de risico’s die de gemeente lopen gedekt door afgesloten verzekeringen, waarbij de gemeente bij de WA-verzekering een eigen risico heeft van € 2.500 per schadegeval.


Financiële kengetallen

In de raadsvergadering van 1 juni 2023 is de nota financiële beleidskaders vastgesteld. In deze nota is uitgelegd hoe de wettelijke financiële kengetallen te gebruiken zijn bij de beoordeling van de financiële weerbaarheid en wendbaarheid van onze gemeente. Met deze nota hebben we ook eigen gemeentelijke normen voor de wettelijke financiële kengetallen afgesproken.

Het gaat om de volgende kengetallen:
•    Netto schuldquote
•    Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
•    Solvabiliteitsratio
•    Structurele exploitatieruimte
•    Grondexploitatie
•    Belastingcapaciteit

 

Begroting 2026

Verloop van de kengetallen

 

Kengetallen:

Rekening 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Begroting 2027

Begroting 2028

Begroting 2029

Netto schuldquote

1%

27%

 24%

21%

18%

16%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

0%

27%

 23%

21%

 18%

16%

Solvabiliteitsratio

53%

42%

44%

  45%

 46%

47%

Structurele exploitatieruimte

-0,47%

-0,10%

 0,06%

 0,10%

 -0,52%

-1,05%

Grondexploitatie

2,06%

0,38%

0%

  0%

 0%

0%

Belastingcapaciteit %

74%

74%

 74%

 74%  74% 74%

 

Normen financiële kengetallen
Met het vaststellen van de nota financiële beleidskaders hebben we eigen normen voor de beoordeling van de kengetallen. De normen zijn:
- voor de netto schuldquote lager dan 80%
- voor de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen eveneens lager dan 80%
- voor de solvabiliteitsratio minimaal 20%
- voor de structurele exploitatieruimte minimaal 0%
- voor de grondexploitatie lager dan 20%
- voor de belastingcapaciteit minimaal 95% en maximaal 105%

Beoordeling netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd
Beide quotes voldoen ruim aan de norm. In de werkelijkheid (jaarrekening) is de financieringsbehoefte een stuk lager dan op begrotingsbasis.

Beoordeling solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio voldoet aan de norm.

Beoordeling structurele exploitatieruimte
De structurele exploitatieruimte voldoet voor de begrotingsjaren 2026 en 2027 aan de norm.

Beoordeling grondexploitaties
De uitkomsten bij grondexploitaties voldoen ruim aan de norm.

Beoordeling belastingcapaciteit
De meerjarige reeks laat zien dat we niet aan onze eigen norm voldoen. In de nota financiële beleidskaders is dit ook geconstateerd: 'Wij zitten langjarig buiten en lager dan deze norm'. Het betekent dat we ruim onder het landelijke gemiddelde zitten. Deze ruimte kan benut worden.

Meerjaren planning financiële nota’s en verordeningen

Titel:

vastgesteld:

 

verloopt:

Financiële verordening 2023 *

6-apr-23

 

in 2029

Controleverordening ex. art. 213 Gemeentewet

6-apr-23

 

in 2029

Nota weerstandsvermogen en risicomanagement 2023

1-jun-23

 

in 2029

Nota financiële beleidskaders 2023

1-jun-23

 

in 2029

Controleprotocol 2023-2024 **

7 dec. 2023

 

in dec. 2025

Normenkader 2024 **

12 dec. 2024

 

in dec. 2025

Treasurystatuut 2024

18-jan-24

 

in 2030

Nota reserves & voorzieningen2024

27-jun-24

 

in 2030


* De financiële verordening wordt in 2025 vernieuwd.

** Het controleprotocol voor 2025 en 2026 en het normenkader voor 2025 worden in 2025 geactualiseerd.