Lokale heffingen

Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Lokale heffingen

De lokale heffingen kunnen worden onderscheiden in belastingen en retributies.

Belastingen zijn verplichte betalingen waar geen rechtstreekse individuele tegenprestatie van de gemeente tegenover staat. De onroerende zaakbelastingen (OZB), afvalstoffenheffing, rioolheffing, toeristenbelasting en forensenbelasting vallen hieronder.

Retributies zijn betalingen die krachtens algemene regels worden gevorderd ter zake van een concrete door de gemeente bewezen dienst. Hierbij valt te denken aan leges, brandweerrechten en lijkbezorgingsrechten.

De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente. Van de lokale heffingen die bij de algemene dekkingsmiddelen horen is de OZB de belangrijkste. De OZB is 7,9 % van de totale algemene dekkingsmiddelen. De andere belastingen die als algemeen dekkingsmiddel dienen zijn de toeristenbelasting en de forensenbelasting. Heffingen die ter dekking van specifieke kosten dienen zijn de afvalstoffenheffing en de rioolheffing.

Tarieven
2025 2026
Onroerende zaakbelastingen
OZB-eigenaren woningen naar percentage van de waarde 0,0927 0,0816
OZB-eigenaren niet-woningen naar percentage van de waarde 0,2168 0,2103
OZB-gebruikers niet-woningen naar percentage van de waarde 0,1021 0,0983
Forensenbelasting
-      Waarde tot € 50.000 312,00 321,00
-      Waarde van € 50.000 tot € 75.000 470,00 484,00
-      Waarde van € 75.000 tot € 130.000 630,00 649,00
-      Waarde van € 130.000 tot € 200.000 791,00 815,00
- Waarde van € 200.000 tot € 300.000 947,00 975,00
- Waarde van € 300.000 tot € 500.000 1117,00 1151,00
- Waarde meer dan € 500.000 1280,00 1318,00
Toeristenbelasting 1,30 1,55
Afvalstoffenheffing
-      Eenpersoonshuishouding 198,75 212,00
-      Meerpersoonshuishouding 265,00 282,50
Rioolheffing
- WOZ-waarde van € 0 tot € 17.000 0,00 0,00
- WOZ-waarde van € 17.000 tot € 50.000 54,00 53,00
- WOZ-waarde van € 50.000 tot € 100.000 119,00 118,00
- WOZ-waarde van € 100.000 tot € 150.000 151,00 149,00
- WOZ-waarde van € 150.000 tot € 250.000 162,00 160,00
- WOZ-waarde van € 250.000 tot € 400.000 170,00 168,00
- WOZ-waarde van € 400.000 tot € 600.000 196,00 194,00
- WOZ-waarde van € 600.000 tot € 800.000 215,00 213,00
- WOZ-waarde van € 800.000 tot € 1.000.000 259,00 256,00
- WOZ-waarde van € 1.000.000 tot € 2.000.000 437,00 433,00
- WOZ-waarde van € 2.000.000 tot € 3.000.000 2.679,00 2.652,00
- WOZ-waarde van € 3.000.000 tot € 5.000.000 5.360,00 5.306,00
- WOZ-waarde van € 5.000.000 tot € 10.000.000 6.656,00 6.589,00
- WOZ-waarde van € 10.000.000 tot € 25.000.000 8.889,00 8.800,00
- WOZ-waarde van € 25.000.000 tot € 50.000.000 13.179,00 13.047,00
- WOZ-waarde vanaf € 50.000.000 26.806,00 26.538,00
Geraamde inkomsten
2025* 2026**
OZB *** 5.250.000 5.410.000
Forensenbelasting 270.000 295.000
Toeristenbelasting 1.940.000 2.365.000
Afvalstoffenheffing 2.739.000 2.955.000
Rioolheffing 2.352.000 2.458.000
Leges omgevingsvergunning 495.000 923.000
Leges burgerzaken 408.000 446.000
Lijkbezorgingsrechten 109.000 111.000
Overige leges 27.000 27.000
* inclusief begrotingswijzigingen
** inclusief voorstellen begroting 2026

Beleid ten aanzien van de lokale heffingen

OZB
In het belastingjaar 2026 worden de onroerende zaakbelastingen geheven op basis van de WOZ-waarden die naar peildatum 1 januari 2025 worden vastgesteld. Uit voorlopige berekeningen blijkt dat de gemiddelde waarde van woningen is gestegen met 13%. De gemiddelde waarde van niet-woningen is gestegen met 2% ten opzichte van peildatum 1 januari 2024.

De OZB  is een 'volumebelasting'. Dat betekent dat uitgangspunt voor de tariefberekening  de gewenste opbrengst is. Voor de berekening van het tarief van de OZB 2026 gaan we uit van de OZB opbrengst 2025, inclusief 2,1% inflatiecorrectie en areaalontwikkeling. De totale opbrengst voor 2026 wordt geraamd op € 5.410.000,-. 

Bij de berekening van de nieuwe tarieven en de opbrengst moet rekening worden gehouden met de daarvoor geldende wettelijke kaders zoals aangegeven in de Gemeentewet.

Er bestaat een relatie tussen de OZB en de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De Financiële Verhoudingswet regelt onder meer de verdeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds over de gemeenten. De algemene uitkering wordt over de gemeenten verdeeld met behulp van verdeelmaatstaven die verschillen in kosten weerspiegelen en verschillen in belastingcapaciteit. De belastingcapaciteit is een afgeleide van de waarde van onroerende zaken.

Het is de planning dat de aanslagen OZB 2026 met dagtekening 26 februari 2026 worden opgelegd.

Herwaardering naar waardepeildatum 1 januari 2025
De Wet WOZ stelt steeds hogere eisen aan de WOZ-administratie. De WOZ-waarde wordt voor veel doeleinden gebruikt en de WOZ-waarde van woningen is openbaar.

De WOZ-waarde wordt door de gemeente gebruikt voor het bepalen van het tarief voor de onroerende zaak belastingen, de rioolheffing en de forensenbelasting. De belastingdienst gebruikt de WOZ-waarde voor de inkomstenbelasting, schenkbelasting en erfbelasting. Het waterschap gebruikt de WOZ-waarde voor watersysteemheffing. Verder wordt de WOZ-waarde ook gebruikt voor het woningwaarderingsstelsel, het systeem om de maximale huurprijs voor woningen in de gereguleerde huursector te bepalen.

De WOZ-administratie is één van de zogeheten basisadministraties. De WOZ-gegevens worden uitgewisseld met de landelijke voorziening WOZ.

Momenteel zijn we volop bezig met de herwaardering van onroerende zaken naar waardepeildatum 1 januari 2025. Voor de herwaardering gebruiken wij het taxatiepakket, 4WOZ. 

Zowel de woningen als de niet-woningen worden in eigen beheer gewaardeerd. De agrarische objecten en de incourante objecten worden geautomatiseerd getaxeerd middels een koppeling met de landelijke taxatiewijzers (TIOX).

De WOZ-waardering vindt jaarlijks plaats. De periode tussen de peildatum en de aanvang van het tijdvak is 1 jaar. In het jaar 2026 zal er een nieuw WOZ-tijdvak ingaan met waardepeildatum 1 januari 2025.

De beschikkingen voor het jaar 2026 moeten voor 28 februari 2026 worden verzonden. De WOZ-beschikking wordt gecombineerd met de aanslag gemeentelijke belastingen opgelegd met dagtekening 26 februari 2026.

Afvalstoffenheffing
Als uitgangspunt voor de bepaling van het tarief voor de afvalstoffenheffing geldt 100% kostendekkendheid. De kosten van de gemeentereiniging worden voor 2026 geraamd op € 2.955.000. Ten opzichte van 2025 zijn de kosten gestegen. Dit heeft een stijging van de tarieven met 8% tot gevolg.

Heffingssystematiek
De afvalstoffenheffing is een tijdvakafhankelijke heffing. Dit betekent dat bij vestiging een aanslag naar tijdsgelang wordt opgelegd en dat bij verhuizing naar een andere gemeente of overlijden een vermindering naar tijdsgelang wordt verleend.

Berekening van kostendekkendheid afvalstoffenheffing
bedrag percentage
(bedragen x € 1.000)
Kosten taakveld 2.678
Inkomsten taakveld -458
Netto kosten taakveld 2.220 75%
Toe te rekenen kosten:
Overhead 345 11%
Rente 25 1%
BTW 314 11%
Kwijtschelding 51 2%
Totaal kosten 2.955
Opbrengst heffingen 2.955 100%

Rioolheffing
De rioolheffing is een bestemmingsbelasting en dient ter bekostiging van de gemeentelijke watertaken voor afvalwater, hemelwater en grondwater. Het Gemeentelijk Riolering Plan (GRP) vormt de basis voor de te plegen investeringen. De te plegen investeringen vanuit het GRP worden gedekt uit de rioolheffing. Als uitgangspunt voor de bepaling van het tarief voor de rioolheffing geldt 100% kostendekkendheid. De kosten voor de rioolheffing worden geraamd op € 2.458.000. Het tarief voor de rioolheffing is afhankelijk van de WOZ-waarde. In verband met de waardestijging van woningen heeft dit een lichte daling van de tarieven tot gevolg. Ook is de eerste staffel aangepast om objecten die eerder buiten de heffing vielen nu ook buiten de heffing te laten.

Heffingssystematiek
De rioolheffing is een tijdstipafhankelijke heffing. Dit betekent dat de rioolheffing wordt geheven van degene die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar is van een perceel. 

Berekening van kostendekkendheid rioolheffing
bedrag percentage
(bedragen x € 1.000)
Kosten taakveld 1.917
Inkomsten taakveld -25
Netto kosten taakveld 1.892 77%
Toe te rekenen kosten:
Overhead 309 13%
Rente 69 3%
BTW 58 2%
Straatvegen 61 2%
Slootonderhoud 103 4%
Vijveronderhoud 42 2%
Overige verrekeningen -76 -3%
Totaal kosten 2.458
Opbrengst heffingen 2.458 100%

Lijkbezorgingsrechten
Voor belastingjaar 2026 stellen wij voor om de tarieven te verhogen met een inflatiecorrectie van 2,1%. De geraamde inkomst voor 2026 bedraagt € 111.000,-.

Berekening van kostendekkendheid lijkbezorgingsrechten
bedrag percentage
(bedragen x € 1.000)
Kosten taakveld (incl BTW) 487
Inkomsten taakveld 0
Netto kosten taakveld 487 88%
Toe te rekenen kosten:
Overhead 69 12%
Totaal kosten 556 100%
Opbrengst heffingen 104 19%

Leges
Voor de bepaling van de tarieven voor de leges geldt als uitgangspunt dat deze maximaal 100% kostendekkend mogen zijn. Wij stellen voor om de leges 2026 te verhogen met een inflatiecorrectie van 2,1%, met uitzondering van de bij wet geregelde legesbedragen. De geraamde opbrengst voor de leges bedraagt € 1.396.000,-.

Toeristenbelasting
Toeristenbelasting is een algemeen dekkingsmiddel. Er hoeft geen directe tegenprestatie 
voor te worden geleverd. Als gemeente leveren we veel ‘prestaties’ waar onder andere onze toeristen gebruik van maken zoals het in stand houden van diverse voorzieningen (zwembaden), inrichting centrumplannen, aanleg en onderhoud fietspaden etc. Het kwantificeren van deze kosten is erg subjectief en is afhankelijk van in welke mate toeristen gebruik maken van onze voorzieningen. De geraamde opbrengst toeristenbelasting bedraagt voor 2026 € 2.365.000.
In 2026 is het tarief van de toeristenbelasting extra verhoogd met € 0,25 per persoon per overnachting naar € 1,55. Deze verhoging maakte onderdeel uit van de voor 2026 noodzakelijke ombuigingen. Omdat voor 2027 op dit moment geen extra ombuigingen noodzakelijk zijn en de sector ook te maken heeft met een verhoging van de BTW wordt voorgesteld om het tarief voor 2027 te bevriezen.

Forensenbelasting
De geraamde inkomst voor 2026 bedraagt € 295.000. In deze opbrengst is een extra bedrag van € 25.000 (10%) opgenomen vanwege ombuigingen.
Gelet op de waardestijging van woningen (13%) en de te realiseren opbrengst van € 295.000 stellen wij u voor om de tarieven met 3% te verhogen.

Kwijtscheldingsbeleid
Gemeenten kunnen met inachtneming van de Invorderingswet 1990 kwijtschelding verlenen van gemeentelijke heffingen. Gemeenten beslissen zelf of, en zo ja voor welke heffingen kwijtschelding kan worden verkregen. Gemeenten zijn gebonden aan de landelijke Uitvoeringsregeling. Alleen ten aanzien van kosten van bestaan hebben gemeenten de mogelijkheid om af te wijken van de regeling.

De rijksregeling gaat uit van 90% van de bijstandsnorm als norm voor het verlenen van kwijtschelding.

In de gemeente Aa en Hunze is er voor gekozen om 100% van de bijstandsnorm als bestaansminimum te hanteren. Onze kwijtscheldingsnorm is daarmee maximaal c.q. zo ruim mogelijk. Daarnaast is besloten om kwijtschelding mogelijk te maken voor OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Voor mensen met een inkomen dat iets meer bedraagt dan het minimum kan een gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend.

De kwijtscheldingsverzoeken worden beoordeeld door het Noordelijk Belastingkantoor.

Voor kwijtschelding van zowel de gemeentelijke belastingen als de waterschapsbelasting hoeven inwoners maar één formulier in te vullen. Wie al eens kwijtschelding heeft ontvangen, ontvangt automatisch opnieuw kwijtschelding als er sprake is van ongewijzigde omstandigheden.

Lokale lastendruk
In onderstaande tabel wordt de lokale lastendruk per inwoner in euro’s weergegeven over de jaren 2023 tot en met 2026:

Lokale lastendruk
jaar inwoners afval riool ozb totaal per inwoner
2023 25.737 2.648.000 2.148.000 4.851.000 9.647.000 375
2024 25.730 2.780.000 2.219.000 4.990.000 9.989.000 388
2025 25.975 2.739.000 2.352.000 5.250.000 10.341.000 398
2026 25.980 2.955.000 2.458.000 5.410.000 10.823.000 417

We streven er al jaren naar om de gemeentelijke lasten voor inwoners binnen de perken te houden. We zien echter wel een (lichte) stijging van de lastendruk. Voor 2026 wordt deze met name veroorzaakt door inflatiecorrectie. Ook de OZB stijgt met een percentage van 2,1%, deze is gelijk aan het indexcijfer voor de trendmatige ontwikkelingen.

Berekening van kostendekkendheid leges H. 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
bedrag percentage
(bedragen x € 1.000)
Kosten taakveld 949.301
Inkomsten taakveld 0
Netto kosten taakveld 949.301
Toe te rekenen kosten:
Overhead 532.131
Totaal kosten 1.481.432 100%
Opbrengst leges 923.000 62%

Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2
Berekening van kostendekkendheid leges H. 3 Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2
bedrag percentage
(bedragen x € 1.000)
Kosten taakveld 96.104
Inkomsten taakveld 0
Netto kosten taakveld 96.104
Toe te rekenen kosten:
Overhead 69.195
Totaal kosten 165.299 100%
Opbrengst leges 18.783 11%