Onderhoud kapitaalgoederen

Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen

Wegen

Basisgegevens/uitgangspunten

De gemeente Aa en Hunze heeft 2.957.477 m² (548km) aan verharding in beheer en onderhoud. Hiervan is 1.767.351 m² asfaltverharding, 967.288 m² elementenverharding en 93.582  m² betonverharding. De overige vierkante meters betreft onverhard/onbekend (nog niet verwerkt in het basis registratiesysteem). Het gehele areaal aan verharding bestaat voor 76% aan rijbanen, 12 % aan fietspaden en 12% uit voetpaden en parkeerplaatsen.

A. Het beleidskader
In 2021 is het Wegenbeleidsplan Aa en Hunze voor een nieuwe planperiode (2021-2025) door de raad vastgesteld. Het doel van het wegenbeleidsplan is ervoor te zorgen, dat het onderhoud van de gemeentelijke wegen wordt uitgevoerd aan de hand van een vooraf afgesproken kwaliteit om ook in de toekomst over een goed onderhouden wegennet te kunnen blijven beschikken. Omdat de realisatie van die doelstelling op een efficiënte en effectieve manier bereikt moet worden, met de beperkte inzet van middelen, is het volgende beleidsuitgangspunt geformuleerd.

Uitgangspunt is het kwaliteitsniveau Basis dat gelijk staat aan de ondergrens van verantwoord wegbeheer volgens de CROW-wegbeheersystematiek (Centrum Regelgeving en Ontwerp Weg- en waterbouw). De afgelopen onderhoudsperioden hebben uitgewezen dat dit kwaliteitsniveau een prima uitgangspunt is om ook in de toekomst verantwoord wegbeheer binnen de gemeente uit te blijven voeren.

B. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
Uit inspecties en soortgelijke evaluaties blijkt dat het geselecteerde basisniveau van onderhoud adequaat is om het wegenonderhoud op dezelfde wijze voort te zetten. 

C. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting
In het nieuwe wegenbeleidsplan is een meer jaren raming voor 2021-2025 opgesteld. Om blijvend aan het gestelde kwaliteitsniveau te voldoen is in de begroting 2025 een structurele bijdrage van € 949.000,- opgenomen.  

D. Voortgang
De uitvoering voor de komende jaren wordt volgens het onderhoudsprogramma 2021-2025 uitgevoerd. 
Het onderhoudsprogramma voor de jaren tot en met 2023 is, voor de elementenverhardingen uitgevoerd conform de planning. In de planning voor het asfaltonderhoud worden de jaren 2022, 2023 en 2024 qua uitvoering geclusterd. Dit met als reden dat een forse verhoging van bitumenprijzen reden was om de uitvoering 2022 door te schuiven in tijd. Uitvoering van de jaren 2022, 2023 en 2024 is in 2024 uitgevoerd.  

Water en kunstwerken

A. Het Beleidskader

De gemeente Aa en Hunze heeft 125 ha binnenwater. Daarnaast heeft de gemeente 37 vaste bruggen, 12 beweegbare bruggen, 13 steigers, 8 andere voorzieningen zoals bv. rolpalen, kademuur, leuningen e.d. en 5.310 m1 walbeschoeiing.

B. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties.

Het jaarlijkse onderhoud wordt uitgevoerd op basis van het beheerprogramma bruggen. In de begroting is hiervoor een structureel budget opgenomen.

C. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting

In de begroting 2025 is een bedrag van € 192.000 aan directe kosten opgenomen voor het onderhoud van sloten, bermsloten, sluizen en waterkeringen. Daarnaast is een bedrag van € 142.000 opgenomen voor regulier onderhoud aan waterstaatkundige werken, zoals bruggen, kano- en vissteigers. Voor groot onderhoud aan de bruggen  wordt jaarlijks een bedrag van € 47.000 toegevoegd aan de voorziening. 

D. Voortgang

Periodiek wordt het onderhoudsprogramma vastgesteld en uitgevoerd om het onderhoudsniveau op een aanvaardbaar/voldoende niveau te brengen.

De onderhoudswerkzaamheden  omvatten het vervangen en/of schilderen van leuningen, betonrenovatie en vernieuwing van brugdekken. Onlangs zijn de beheerplannen voor bruggen, beschoeiing van het Grevelingkanaal en vijveronderhoud geactualiseerd. De financiële doorberekening moet nog worden uitgevoerd. Eventuele noodzakelijke aanpassingen in de budgetten worden meegenomen in de  bestuursrapportage of  najaarsnota. De vervanging van de beschoeiing Grevelingkanaal is uitgesteld en zal in 2025 worden gestart 

Riolering

Basisgegevens/uitgangspunten

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de rioleringsvoorzieningen in de gemeente Aa en Hunze.

Rioleringsvoorzieningen
Vrijverval riolering 275 km
Mechanische riolering 130 km
Hoofdgemalen 30 stuks
Minigemalen 460 stuks
Randvoorzieningen 10 stuks
IBA’s 35 stuks
Kolken 12560 stuks
Vijvers 26 stuks

A. Het Beleidskader

In 2020 is het Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) door de raad vastgesteld voor de planperiode 2020-2024. Aan het beleid ligt de volgende visie ten grondslag:

Aa en Hunze wil beschikken over een duurzaam en robuust water- en rioleringssysteem in het bebouwd gebied. We hebben inzicht in het systeem en beheren het doelmatig, waardoor de lasten zo laag mogelijk blijven en overlast van water tot een minimum is beperkt. Gebruikers kunnen eenvoudig terecht bij de gemeente met klachten en vragen, maar we doen ook een beroep op hun eigen verantwoordelijkheid.

Met dit plan geven wij invulling aan de wettelijke verplichting om vast te leggen hoe wij inhoud geven aan de zorgplicht voor het afvalwater, regenwater en grondwater. De zorgplichten zijn vertaald naar doelen. Aan de hand van onze visie hebben we speerpunten voor de komende planperiode bepaald, te weten:

  1. Inzicht in de werking van het systeem vergroten.
  2. Duurzaamheid vergroten.
  3. Anticiperen op klimaatverandering.
  4. Samenwerking met waterketenpartners versterken.

In de werkregio Groningen en Noord-Drenthe werken gemeenten, provincie, waterschappen en waterbedrijven samen aan de waterketen en klimaatadaptatie. 
Aan de waterketensamenwerking ligt de regionale samenwerkingsovereenkomst “Ons water centraal” en het clusterakkoord Kop van Drenthe (KvD) ten grondslag. In de regionale samenwerkingsovereenkomst ligt de nadruk op Kwetsbaarheid en Duurzaamheid. Het clusterakkoord richt zich op de gezamenlijke uitvoering van een aantal projecten, waaronder het gezamenlijk baggeren. In het cluster KvD zitten de gemeenten Tynaarlo, Assen, Noordenveld en Aa en Hunze en de waterschappen Hunze en Aa’s en Noorderzijlvest. Zowel de regionale samenwerkingsovereenkomst als het clusterakkoord lopen af in 2024. In de loop van 2024 wordt duidelijk hoe de waterketensamenwerking eruit gaat zien in 2025 en de jaren daarna. In de werkregio wordt momenteel gewerkt aan een voorstel. Dit heeft geen invloed op de voortgang van onze lopende projecten in de Kop van Drenthe. In 2025 gaan we gewoon door met het gezamenlijk baggeren.

Met onze partners in de werkregio Groningen Noord-Drenthe hebben we klimaatstresstesten uitgevoerd en een regionale adaptatiestrategie (RAS) en uitvoeringsagenda (RUA) opgesteld. Dit is de basis voor onze Lokale adaptatiestrategie (LAS, vastgesteld 25 april 2024). De RUA is ook de basis voor het aanvragen van rijkssubsidie voor onze klimaatadaptieve maatregelen. De uitvoering van de RUA vindt gefaseerd plaats. Fase 1 (2024 en 2025) loopt. We participeren in de werkgroep communicatie, nemen deel aan kennissessies en dragen bij aan de verkenning van een gezamenlijke subsidieregeling klimaatadaptatie. Daarnaast geven we uitvoering aan onze eigen klimaatadaptieve maatregelen en werken we aan bewustwording bij onze inwoners.    

B. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties

In ons GRP is gekozen om onze leefomgeving duurzaam en klimaatrobuust in te richten en een subsidieverordening voor het afkoppelen van regenwater vast te stellen. De ontwikkeling van de rioolheffing is dynamisch, waarbij -aan de hand van het jaarprogramma- ieder jaar een actualisatie plaatsvindt van de berekening. Op die wijze is de ontwikkeling van het tarief in balans met de werkelijke kosten. Om het tarief stabiel te houden wordt gewerkt met een voorziening.

De maatregelen die voortkomen uit ons GRP worden integraal opgepakt, zodat er altijd werk-met-werk wordt gemaakt. Daarnaast stemmen we de maatregelen af op het waterakkoord van het cluster en de regionale samenwerking.

C. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting

De kosten voor investeringen en onderhoud aan het riool stijgen in 2025 met 6%. Dit is het gevolg van de stijging van de salariskosten vanuit de nieuwe CAO en de doorberekening van inflatie. Deze kosten worden doorberekend in de tarieven in verband met de geldende 100% kostendekkendheid. Voor de berekening van de rioolheffing maken we gebruik van een (egalisatie) voorziening.  Hoe de tarieven zich na 2025 ontwikkelen is afhankelijk van onze beheeropgave, die we in 2025 en 2026 in beeld brengen.

D. Voortgang

De Omgevingswet is per 1 juli 2024 van kracht. Het is een integrale wet die alle regels voor de fysieke leefomgeving bundelt met als doel om het beheer en de ontwikkeling van de leefomgeving meer in samenhang, flexibel en participatief te maken. Dit heeft consequenties voor ons GRP en onze beheeropgave. De komende periode, 2025 en 2026, gaan we aan de slag met het onderbrengen van ons GRP in de verschillende planvormen van de Omgevingswet, zoals bijvoorbeeld: onze beleidskeuzes en doelen in onze omgevingsvisie, en onze beheeropgave in een programma.

In 2025 gaan we door met ons meer jaren onderhoudsplan (MJOP) drukriool, geven we uitvoering aan ons MJOP vrijvervalriool, gaan we van start met de actualisatie van ons meetplan, kijken we nog eens kritisch naar onze investeringsopgave en nemen daarin onze klimaatadaptieve maatregelen mee en gaan door met de uitvoering daarvan. 

De in de begroting opgenomen bedragen voor werkzaamheden worden in het desbetreffende jaar ingezet. De werkzaamheden worden zoveel mogelijk afgestemd op de andere werkzaamheden in de openbare ruimte (werk met werk maken) en in de werkregio, waardoor werkzaamheden in de tijd kunnen verschuiven. Voor klimaatadaptieve maatregelen, die tot en met 2027 worden uitgevoerd, en niet uit het rioolfonds kunnen worden gefinancierd, is aanvullend budget aangevraagd.

 

Gebouwen

Basisgegevens/uitgangspunten

De gemeente Aa en Hunze heeft 50 gemeentelijke accommodaties. Deze 50 accommodaties bestaan uit onder andere 3 kerktorens, 3 molens, 3 multifunctionele accommodaties, 2 zwembaden, 3 sporthallen, 2 gymnastieklokalen, 1 sportzaal, 18 dorpshuizen (waarvan 7 in eigendom), 1 loods met overkapping voor Openbare Werken, 4 brandweerposten, 1 gemeentehuis, 1 afvalbrengstation en 18 overige locaties. Door de verzelfstandiging van het openbaar basisonderwijs per 1 januari 2010 (stichting PrimAH) en de overheveling van het groot onderhoud per 1 januari 2015 is de gemeente niet meer verantwoordelijk voor het onderhoud van de schoolgebouwen. Als gevolg van de bevolkingskrimp is het eigendom én het onderhoud van de schoolgebouwen in Schipborg, Nieuw Annerveen, Annerveenschekanaal en Gasselternijveenschemond weer terug gegaan naar de gemeente. De schoolgebouwen in Schipborg en Gasselternijveenschemond zijn inmiddels verkocht. 

A. Het Beleidskader

Het kader voor het onderhoud van de gebouwen is de door de raad vastgestelde “nota onderhoud gebouwen”. Het betreft hier het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen, exclusief de dorpshuizen en monumenten. In deze nota wordt gestreefd naar een onderhoudsniveau tussen de conditieschalen 2 en 3, wat overeenkomt met een goede tot redelijke onderhoudstoestand. Om een bijdrage te leveren aan de taakstellende bezuiniging voor de komende jaren is het onderhoudsniveau teruggebracht naar conditieschaal 3. Het gebouwenonderhoud vindt plaats op basis van onderhoudsbegrotingen in de vorm van een zogenaamde meerjarenraming voor een periode van 10 jaar. Sinds dit jaar laat de stichting PrimAH haar MJOP van de basisscholen door een extern adviesbureau opstellen. Voor de overige gebouwen wordt de MJOP vierjaarlijks geactualiseerd. Hiervoor wordt een inspectie ter plaatse uitgevoerd. Het onderhoud van dorpshuizen vindt plaats op basis van de notitie dorpshuizenbeleid die door de raad is vastgesteld. Het beheer en onderhoud van de gebouwen van de voetbalverenigingen is de verantwoordelijkheid van de vereniging geworden.

B. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties

Het gebouwenonderhoud wordt conform de Meerjarenonderhoudsplanning (MJOP) en het beleidskader uitgevoerd. Over de eventuele (financiële) consequenties van de driejaarlijkse inspectie zal uw raad in de voortgangsrapportages en de begroting worden geïnformeerd.

In 2016 is de MJOP van de gebouwen en de monumenten voor de periode 2017-2028 geactualiseerd. De actualisatie van de MJOP's van de gebouwen en dorpshuizen heeft vertraging opgelopen en worden in 2024 afgerond.  

De grondslag voor het verantwoorden van een voorziening betreft een recent beheerplan. De notitie materiele vaste activa van de commissie BBV geeft aan dat met een recent beheerplan, een plan niet ouder dan vijf jaar wordt bedoeld. De beheerplannen van de gemeente Aa en Hunze zijn ouder dan vijf jaar. Er mag gemotiveerd van worden afgeweken, mits de raad dit autoriseert en het transparant wordt toegelicht in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen. De raad heeft de beheerplannen voor boekjaar 2023 nog goedkeurt middels een aanbiedingsbrief die is opgenomen in de jaarstukken 2023. Met het vaststellen van de jaarstukken stemt de raad in met de verouderde beheerplannen voor het boekjaar 2023.  Voor boekjaar 2024 wordt verwacht dat de beheerplannen zijn geactualiseerd en dat de  voorziening waar nodig is bijgesteld. 

C. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting

Conform het meerjarig onderhoudsschema gemeentelijke gebouwen is voor groot onderhoud en schilderwerk van gemeentelijke gebouwen (excl. monumenten, schoolgebouwen en dorpshuizen) structureel respectievelijk € 257.000 en € 120.000 in de begroting opgenomen.

Voor groot onderhoud en schilderwerk van monumenten is dat bedrag respectievelijk € 36.000 en € 20.000 structureel. Daarnaast is een bedrag van € 330.000 beschikbaar in de exploitatie voor regulier onderhoud van de gemeentelijke gebouwen (excl. schoolgebouwen en dorpshuizen). Hiervan is € 30.000 voor monumenten.

Voor het groot onderhoud van dorpshuizen is in de exploitatie jaarlijks een bedrag van € 65.000 beschikbaar; dit bedrag maakt onderdeel uit van een subsidieregeling. Door een taakstellende bezuiniging wordt nog 70% van de kosten gesubsidieerd.

D. Voortgang

De in de onderhoudsbegroting geraamde werkzaamheden worden aan het begin van het jaar op een lijst van “uit te voeren werkzaamheden” geplaatst. Bij deze lijst wordt een planning opgesteld voor het desbetreffende jaar. Uitgangspunt is de werkzaamheden in het geraamde jaar uit te voeren. Bij een aantal omvangrijke werkzaamheden komen de bedragen in een periode van 2 of 3 jaar beschikbaar. Afhankelijk van de uit te voeren werkzaamheden dient de uitvoering overigens wel aaneengesloten plaats te vinden.

De onderhoudsplannen zijn niet up-to-date. We werken al een paar jaar met een verouderd plan. Dit betekent echter niet dat we geen inzicht hebben in de actuele stand van zaken van het onderhoud en de noodzakelijke onderhoudsmaatregelen. Deze maatregelen worden uitgevoerd binnen de beschikbare budgetten. Ons doel is om de beheerplannen in 2024 te actualiseren. Eventuele aanpassingen in de voorzieningen zullen worden opgenomen in de jaarrekening 2024 en/of de bestuursrapportage 2024. Op basis van onze kennis van de gebouwen en opgedane ervaringen hebben we goed zicht op de onderhoudstoestand van de gebouwen. 

Groen

Onderstaande tabel geeft een overzicht van het gemeentelijk te beheren groen.

Groenbeheer binnen de kom
Bomen 28.000 stuks
Monumentale bomen 180 stuks
Gazon 130 hectare
Ruw gras 15,5 hectare
Struiken 34,5 hectare
Vaste planten 1.400 m2
Plantenbakken 30 stuks
Parkbos 25,5 hectare
Groenbeheer buiten de kom
Bomen 60.000 stuks
Gazon 7 hectare
Ruw gras 300 hectare
Bosplantsoen/struiken 12,5 hectare

Groen
Basisgegevens/uitgangspunten
Van het totale areaal openbaar groen dat de gemeente in onderhoud heeft, wordt een deel uitgevoerd in eigen beheer en een deel uitbesteed. Het grootste deel van het groenonderhoud in de kernen wordt uitgevoerd door de Kernteams onder begeleiding van voormannen als onderdeel van de gemeentelijke buitendienst. 

A. Het beleidskader 
Het groenbeheersysteem is gebruikt om bestekken op te stellen van werkzaamheden die nu in uitvoering zijn.

B. Uit het beleidskader voortvloeiende consequenties
Van 2018 tot en met 2023 is er een proef met betrekking tot het ecologisch beheren van de gemeentelijke bermen uitgevoerd. Eind 2023 is de proef met het ecologisch beheren van bermen geëvalueerd. Momenteel wordt er in samenwerking met een extern bureau gewerkt aan een bermbeheerplan. Het bermbeheerplan wordt begin 2025 aan de raad voorgelegd ter besluitvorming. Vanaf 2025 kan worden gestart met de uitvoering van het vastgestelde bermbeheerplan.
In 2025 zijn de natuurwaardenkaarten klaar. Daaruit wordt duidelijk welke maatregelen de gemeente samen met de inwoners van de gemeente Aa en Hunze kan treffen om algemene soorten (dieren en planten) te ondersteunen en deze algemeen te (be)houden. 
Vanaf 2025 gaat de gemeente aan de slag met het soortenmanagementplan. Het doel hiervan is om vooruitlopend op de gebiedsontheffing met een looptijd van 10 jaar eerst een tijdelijke ontheffing van een jaar te verkrijgen. Dit doen we door, verspreide over de kernen, het aanbrengen van kraamverblijven voor vleermuizen. Daarmee worden de wettelijke beschermde gebouwbewonende soorten van alternatieve verblijfplaatsen voorzien. Daarnaast wordt daarmee aan de wettelijke verplichting om soorten te beschermen bij het isoleren/verduurzamen van woningen voldaan.

C. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting
Voor de financiering van het soortenmanagementplan (SMP) is het benodigde budget beschikbaar gesteld. Voor het opstellen van de natuurwaardenkaarten is een provinciale subsidie beschikbaar gesteld, daarnaast is hiervoor in deze begroting een aanvullend incidenteel budget gevraagd. De eventuele financiële consequenties voor het bermbeheerplan worden meegenomen in de bestuursrapportage 2025.

D. Voortgang
In 2021 is de buitendienst gestart met de uitvoering van ecologisch bermbeheer op ca. 25% van het areaal. In overleg met het ecologisch adviesbureau wordt het SMP uitgevoerd. De gebiedsontheffing heeft na de verlening door de provincie een looptijd van 10 jaar. Op basis van de natuurwaarden kaarten wordt een planning en een raming gemaakt waarmee we jaarlijks een aantal landschapselementen kunnen versterken om daarmee de algemene soorten te ondersteunen. Waarmee de biodiversiteit wordt bevorderd. 

Recapitulatie

Terug naar navigatie - Recapitulatie

Recapitulatie van het middelenbeslag op het gebied van kapitaalgoederen in de productenraming 2025, inclusief salarissen en tractie.

De in de recapitulatie genoemde bedragen komen niet allemaal terug in de teksten van deze paragraaf.

Pijler taakveld Lasten % totale uitgaven
Wegen
4 2.1.1 Verkeer en vervoer algemeen 949.000 0,012
4 2.1.2 Wegen 874.000 0,011
4 2.1.2 Toevoeging voorziening wegen 949.000 0,012
4 2.1.3 Wegmeubilair 602.000 0,007
4 2.1.4 Overige aangelegenheden wegen, straten, pleinen 667.000 0,008
Water en kunstwerken
3 5.7.3 Afwatering 745.000 0,009
Riolering
4 7.2.1 Riolering algemeen 1.681.000 0,021
Gebouwen
div. Verspreid Regulier onderhoud 330.000 0,004
Schilderwerk 97.000 0,001
Groot onderhoud 254.000 0,003
Groen
4 5.7.1 Openbaar groen algemeen 2.725.000 0,034
4 5.7.2 Openbaar groen 2.030.000 0,025
Totaal 11.903.000 0,147