Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

Terug naar navigatie - Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen. Het betreft met name de Onroerendezaakbelasting (OZB), de toeristenbelasting, de forensenbelasting en de uitkering uit het gemeentefonds. Deze middelen kennen in tegenstelling tot heffingen als de riool- of afvalstoffenheffing geen vooraf bepaald bestedingsdoel. De niet vrij aanwendbare heffingen worden, evenals de ontvangsten van de specifieke uitkeringen in de programma’s waarvan ze voor een deel de kosten dekken, onder de baten verantwoord. Voor het totaalbeeld van alle lokale heffingen wordt verwezen naar paragraaf Lokale heffingen.                                                                                                             

Overzicht algemene dekkingsmiddelen
In de tabel wordt een overzicht gegeven van de algemene dekkingsmiddelen. Onder de tabel worden de onderdelen kort toegelicht. 

Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
Realisatie Begroting Toelichting
2023 2024* 2025**** 2026 2027 2028
(bedragen x € 1.000) * Raming inclusief begrotingswijzigingen t/m bestuursrapportage 2024.
Lokale heffingen: ** Algemene uitkering uit het gemeentefonds o.b.v. de meicirculaire 2024.
Onroerende zaakbelastingen 4.907 4.990 5.250 5.362 5.477 5.594 *** Geprognosticeerde stand per 31 december.
Toeristenbelasting 1.986 1.865 1.940 2.365 2.415 2.415 **** De ramingen 2025 en verder zijn inclusief de nieuwe voorstellen
Forensenbelasting 237 230 235 240 245 250
Algemene uitkering uit het gemeentefonds** 47.953 49.260 51.547 49.789 51.398 52.905
Dividenden 407 185 245 245 245 245
Vrije Algemene Reserve*** 10.711 6.907 5.106 4.706 4.666 4.666
Totaal algemene dekkingsmiddelen 66.201 63.437 64.323 62.707 64.446 66.075
Bedrag voor onvoorzien 0 17 17 17 17 17

Toelichting algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

Terug naar navigatie - Toelichting algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

Lokale heffingen
De inkomsten uit de OZB voor 2025 zijn geraamd op basis van een inflatiepercentage van 2,2% (€ 110.000), areaalontwikkeling (€ 50.000) en ombuigingen € 100.000 (2%). De inkomst voor 2025 wordt berekend op basis van de OZB-opbrengst van het voorafgaande jaar, vermeerderd met de meeropbrengst voor 2025 op basis van hiervoor genoemd inflatiepercentage en areaal accres. Om een sluitende begroting te krijgen is daarnaast in de ombuigingen opgenomen dat de OZB voor 2025 met 2% extra wordt verhoogd. Voor de jaren 2026 - 2028 gaat het structureel om een inflatiepercentage van 2,2%  per jaar en een areaal accres van €50.000 per jaar. 

De ramingen voor de forensenbelasting worden bepaald door de raming van een voorafgaand jaar plus de trendmatige ontwikkeling. 

De opbrengst toeristenbelasting stijgt in 2025 met € 75.000 als gevolg van een verhoging van het tarief met € 0,05 per nacht (van € 1,25 per overnachting naar € 1,30). De opbrengst voor 2026 en 2027 wordt verhoogd met € 50.000 per jaar. Deze aanpassing heeft geen gevolgen voor de tarieven en is het gevolg van een hoger aantal overnachtingen (areaaluitbreiding). Daarnaast is in de ombuigingen voor 2026 een verhoging de toeristenbelasting opgenomen van € 0,25 per nacht naar € 1,55. De opbrengst wordt daardoor € 375.000 hoger.

Voor het beleid omtrent de lokale heffingen wordt verder verwezen naar de paragraaf lokale heffingen.

Algemene uitkering uit het gemeentefonds
De algemene uitkering is berekend op basis van de meicirculaire 2024.

Dividenden
De gemeente Aa en Hunze ontvangt jaarlijks dividenduitkeringen uit hoofde van haar aandelenbezit in de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), Enexis, Essent Milieu en de Waterleidingmaatschappij Drenthe.

Vrije Algemene Reserve (VAR)
Voor 2025 wordt een bedrag aan de VAR onttrokke
n van € 1.801.000. Voor de periode 2026-2028 wordt per saldo een vermindering van € 440.000 geraamd. Het betreft het totaal van de incidentele mutaties van de ambities en het gemeentefonds.

Saldo financieringsfunctie
De gemeente Aa en Hunze heeft ter financiering van haar activiteiten in het verleden totaal €  7 miljoen aangetrokken. De boekwaarde hiervan bedraagt op 1 januari 2025 € 4,2 miljoen. De hiermee gepaard gaande rentelasten bedragen € 1.500. Deze lasten worden volledig toegerekend aan de diverse programma’s op basis van de boekwaarde van de investeringen.

Bedrag voor onvoorzien
In de begroting is een bedrag op genomen van € 17.000.