Lokale heffingen

Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Lokale heffingen

De lokale heffingen kunnen worden onderscheiden in belastingen en retributies.

Belastingen zijn verplichte betalingen waar geen rechtstreekse individuele tegenprestatie van de gemeente tegenover staat. De onroerende zaakbelastingen (OZB), afvalstoffenheffing, rioolheffing, toeristenbelasting en forensenbelasting vallen hieronder.

Retributies zijn betalingen die krachtens algemene regels worden gevorderd ter zake van een concrete door de gemeente bewezen dienst. Hierbij valt te denken aan leges, brandweerrechten en lijkbezorgingsrechten.

De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente. Van de lokale heffingen die bij de algemene dekkingsmiddelen horen is de OZB de belangrijkste. De OZB is  8,2% van de totale algemene dekkingsmiddelen. De andere belastingen die als algemeen dekkingsmiddel dienen zijn de toeristenbelasting en de forensenbelasting. Heffingen die ter dekking van specifieke kosten dienen zijn de afvalstoffenheffing en de rioolheffing.

Tarieven
2024 2025
Onroerende zaakbelastingen
OZB-eigenaren woningen naar percentage van de waarde 0,0933 0,0927
OZB-eigenaren niet-woningen naar percentage van de waarde 0,2271 0,2168
OZB-gebruikers niet-woningen naar percentage van de waarde 0,1026 0,1021
Forensenbelasting
-      Waarde tot € 50.000 305,00 312,00
-      Waarde van € 50.000 tot € 75.000 460,00 470,00
-      Waarde van € 75.000 tot € 130.000 616,00 630,00
-      Waarde van € 130.000 tot € 200.000 774,00 791,00
Waarde van € 200.000 tot € 300.000 927,00 947,00
Waarde van € 300.000 tot € 500.000 1093,00 1117,00
Waarde meer dan € 500.000 1252,00 1280,00
Toeristenbelasting 1,25 1,30
Afvalstoffenheffing
-      Eenpersoonshuishouding 198,75 198,75
-      Meerpersoonshuishouding 265,00 265,00
Rioolheffing
- WOZ-waarde van € 0 tot € 15.000 0,00 0,00
- WOZ-waarde van € 15.000 tot € 50.000 52,00 54,00
- WOZ-waarde van € 50.000 tot € 100.000 116,00 119,00
- WOZ-waarde van € 100.000 tot € 150.000 147,00 151,00
- WOZ-waarde van € 150.000 tot € 250.000 157,00 162,00
- WOZ-waarde van € 250.000 tot € 400.000 165,00 170,00
- WOZ-waarde van € 400.000 tot € 600.000 190,00 196,00
- WOZ-waarde van € 600.000 tot € 800.000 209,00 215,00
- WOZ-waarde van € 800.000 tot € 1.000.000 251,00 259,00
- WOZ-waarde van € 1.000.000 tot € 2.000.000 424,00 437,00
- WOZ-waarde van € 2.000.000 tot € 3.000.000 2.601,00 2.679,00
- WOZ-waarde van € 3.000.000 tot € 5.000.000 5.204,00 5.360,00
- WOZ-waarde van € 5.000.000 tot € 10.000.000 6.462,00 6.656,00
- WOZ-waarde van € 10.000.000 tot € 25.000.000 8.630,00 8.889,00
- WOZ-waarde van € 25.000.000 tot € 50.000.000 12.795,00 13.179,00
- WOZ-waarde vanaf € 50.000.000 26.025,00 26.806,00
Geraamde inkomsten
2024* 2025**
OZB *** 4.990.000 5.250.000
Forensenbelasting 230.000 235.000
Toeristenbelasting 1.865.000 1.940.000
Afvalstoffenheffing 2.733.000 2.739.000
Rioolheffing 2.219.000 2.352.000
Leges omgevingsvergunning 484.000 495.000
Leges burgerzaken 399.000 408.000
Lijkbezorgingsrechten 106.000 109.000
Overige leges 27.000 27.000
* inclusief begrotingswijzigingen
** inclusief voorstellen begroting 2025

Beleid ten aanzien van de lokale heffingen

OZB
In het belastingjaar 2025 worden de onroerende zaakbelastingen geheven op basis van de WOZ-waarden die naar peildatum 1 januari 2024 worden vastgesteld. Uit voorlopige berekeningen blijkt dat de gemiddelde waarde van woningen is gestegen met 4%. De gemiddelde waarde van niet-woningen is gestegen met 1% ten opzichte van peildatum 1 januari 2023.

De OZB  is een 'volumebelasting'. Dat betekent dat uitgangspunt voor de tariefberekening  de gewenste opbrengst is.  Voor de berekening van het tarief van de OZB 2025  gaan we uit van de OZB opbrengst 2024, inclusief 2,2% inflatiecorrectie, 2% extra verhoging in verband met ombuigingen en areaalontwikkeling. De totale opbrengst voor 2025 wordt geraamd op € 5.250.000,-. 

Bij de berekening van de nieuwe tarieven en de opbrengst moet rekening worden gehouden met de daarvoor geldende wettelijke kaders zoals aangegeven in de Gemeentewet.

Er bestaat een relatie tussen de OZB en de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De Financiële Verhoudingswet regelt onder meer de verdeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds over de gemeenten. De algemene uitkering wordt over de gemeenten verdeeld met behulp van verdeelmaatstaven die verschillen in kosten weerspiegelen en verschillen in belastingcapaciteit. De belastingcapaciteit is een afgeleide van de waarde van onroerende zaken. Gemeenten met binnen hun grenzen veel hoog gewaardeerde onroerende zaken ontvangen een lagere uitkering dan soortgelijke gemeenten met minder waardevolle onroerende zaken.

Het is de planning dat de aanslagen OZB 2025 met dagtekening 20 februari 2025 worden opgelegd.

Herwaardering naar waardepeildatum 1 januari 2024
De Wet WOZ stelt steeds hogere eisen aan de WOZ-administratie. De WOZ-waarde wordt voor veel doeleinden gebruikt en de WOZ-waarde van woningen is openbaar.

De WOZ-waarde wordt door de gemeente gebruikt voor het bepalen van het tarief voor de onroerende zaak belastingen, de rioolheffing en de forensenbelasting. De belastingdienst gebruikt de WOZ-waarde voor de inkomstenbelasting, schenkbelasting en erfbelasting. Het waterschap gebruikt de WOZ-waarde voor watersysteemheffing. Verder wordt de WOZ-waarde ook gebruikt voor het woningwaarderingsstelsel, het systeem om de maximale huurprijs voor woningen in de gereguleerde huursector te bepalen.

De WOZ-administratie is één van de zogeheten basisadministraties. De WOZ-gegevens worden uitgewisseld met de landelijke voorziening WOZ.

Momenteel zijn we volop bezig met de herwaardering van onroerende zaken naar waardepeildatum 1 januari 2024. Voor de herwaardering gebruiken wij het taxatiepakket, 4WOZ. 

Zowel de woningen als de niet-woningen worden in eigen beheer gewaardeerd. De agrarische objecten en de incourante objecten worden geautomatiseerd getaxeerd middels een koppeling met de landelijke taxatiewijzers (TIOX).

De WOZ-waardering vindt jaarlijks plaats. De periode tussen de peildatum en de aanvang van het tijdvak is 1 jaar.  In het jaar 2025 zal er een nieuw WOZ-tijdvak ingaan met waardepeildatum 1 januari 2024.

De beschikkingen voor het jaar 2025 moeten voor 27 februari 2025 worden verzonden. De WOZ-beschikking wordt gecombineerd met de aanslag gemeentelijke belastingen opgelegd met dagtekening 20 februari 2025.

Afvalstoffenheffing
Als uitgangspunt voor de bepaling van het tarief voor de afvalstoffenheffing geldt 100% kostendekkendheid. De kosten van de gemeentereiniging worden voor 2025 geraamd op € 2.739.000. Ten opzichte van 2024 zijn de kosten niet gestegen. De tarieven kunnen, net als vorig jaar, worden vastgesteld op € 198,75 voor een éénpersoonshuishouden en op € 265,- voor een meerpersoonshuishouden.

Heffingssystematiek
De afvalstoffenheffing is een tijdvakafhankelijke heffing. Dit betekent dat bij vestiging een aanslag naar tijdsgelang wordt opgelegd en dat bij verhuizing naar een andere gemeente of overlijden een vermindering naar tijdsgelang wordt verleend.

Berekening van kostendekkendheid afvalstoffenheffing
bedrag percentage
(bedragen x € 1.000)
Kosten taakveld 2.513
Inkomsten taakveld -502
Netto kosten taakveld 2.011 73%
Toe te rekenen kosten:
Overhead 337 12%
Rente 26 1%
BTW 314 12%
Kwijtschelding 51 2%
Totaal kosten 2.739
Opbrengst heffingen 2.739 100%

Rioolheffing
De rioolheffing is een bestemmingsbelasting en dient ter bekostiging van de gemeentelijke watertaken voor afvalwater, hemelwater en grondwater. Het Verbreed Gemeentelijk Riolering Plan (VGRP) vormt de basis voor de te plegen investeringen. De te plegen investeringen vanuit het VGRP worden gedekt uit de rioolheffing. De kosten  voor de rioolheffing wordt geraamd op € 2.352.000,-.  Dit heeft een lichte stijging van de tarieven tot gevolg.

Heffingssystematiek
De rioolheffing is een tijdstipafhankelijke heffing. Dit betekent dat de rioolheffing wordt geheven van degene die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar is van een perceel. Het tarief is afhankelijk van de WOZ-waarde van het perceel.

Berekening van kostendekkendheid rioolheffing
bedrag percentage
(bedragen x € 1.000)
Kosten taakveld 1.784
Inkomsten taakveld -25
Netto kosten taakveld 1.759 75%
Toe te rekenen kosten:
Overhead 311 13%
Rente 70 3%
BTW 58 2%
Straatvegen 80 3%
Slootonderhoud 103 4%
Vijveronderhoud 43 2%
Overige verrekeningen -73 -3%
Totaal kosten 2.351
Opbrengst heffingen 2.351 100%

Lijkbezorgingsrechten
Voor belastingjaar 2025 stellen wij voor om de tarieven te verhogen met een inflatiecorrectie van 2,2%. De geraamde inkomst voor 2025 bedraagt € 109.000,-.

Berekening van kostendekkendheid lijkbezorgingsrechten
bedrag percentage
(bedragen x € 1.000)
Kosten taakveld (incl BTW) 483
Inkomsten taakveld 0
Netto kosten taakveld 483 87%
Toe te rekenen kosten:
Overhead 70 13%
Totaal kosten 553 100%
Opbrengst heffingen 109 20%

Leges
Voor de bepaling van de tarieven voor de leges geldt als uitgangspunt dat deze maximaal 100% kostendekkend mogen zijn. Wij stellen voor om de leges 2025 te verhogen met een inflatiecorrectie van 2,2%, met uitzondering van de bij wet geregelde legesbedragen. De geraamde opbrengst voor de leges bedraagt € 930.000,-.

Berekening van kostendekkendheid leges Titel 1 algemene dienstverlening
bedrag percentage
(bedragen x € 1.000)
Kosten taakveld 862
Inkomsten taakveld 0
Netto kosten taakveld 862 66%
Toe te rekenen kosten:
Overhead 446 34%
Totaal kosten 1.308 100%
Opbrengst leges 408 33%

Toeristenbelasting
Toeristenbelasting is een algemeen dekkingsmiddel. Er hoeft geen directe tegenprestatie voor te worden geleverd. Als gemeente leveren we veel ‘prestaties’ waar onder andere onze toeristen gebruik van maken zoals het in stand houden van diverse voorzieningen (zwembaden), inrichting centrumplannen, aanleg en onderhoud fietspaden etc. Het kwantificeren van deze kosten is erg subjectief en is afhankelijk van in welke mate toeristen gebruik maken van onze voorzieningen.
De geraamde opbrengst toeristenbelasting bedraagt voor 2025 € 1.940.000,-.

Forensenbelasting
Voor belastingjaar 2025 stellen wij voor om de tarieven te verhogen met een inflatiecorrectie van 2,2%. De geraamde inkomst voor 2025 bedraagt € 235.000,-.

Kwijtscheldingsbeleid
Gemeenten kunnen met inachtneming van de Invorderingswet 1990 kwijtschelding verlenen van gemeentelijke heffingen. Gemeenten beslissen zelf of, en zo ja voor welke heffingen kwijtschelding kan worden verkregen. Gemeenten zijn gebonden aan de landelijke Uitvoeringsregeling. Alleen ten aanzien van kosten van bestaan hebben gemeenten de mogelijkheid om af te wijken van de regeling.

De rijksregeling gaat uit van 90% van de bijstandsnorm als norm voor het verlenen van kwijtschelding.

In de gemeente Aa en Hunze is er voor gekozen om 100% van de bijstandsnorm als bestaansminimum te hanteren. Onze kwijtscheldingsnorm is daarmee maximaal c.q. zo ruim mogelijk. Daarnaast is besloten om kwijtschelding mogelijk te maken voor OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Voor mensen met een inkomen dat iets meer bedraagt dan het minimum kan een gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend.

De kwijtscheldingsverzoeken worden beoordeeld door het Noordelijk Belastingkantoor.

Voor kwijtschelding van zowel de gemeentelijke belastingen als de waterschapsbelasting hoeven inwoners maar één formulier in te vullen. Wie al eens kwijtschelding heeft ontvangen, ontvangt automatisch opnieuw kwijtschelding als er sprake is van ongewijzigde omstandigheden.

Lokale lastendruk
In onderstaande tabel wordt de lokale lastendruk per inwoner in euro’s weergegeven over de jaren 2022 tot en met 2025:

Lokale lastendruk
jaar inwoners afval riool ozb totaal per inwoner
2022 25.565 2.456.000 2.071.000 4.697.000 9.224.000 361
2023 25.737 2.648.000 2.148.000 4.851.000 9.647.000 375
2024 25.853 2.733.000 2.219.000 4.990.000 9.942.000 385
2025 25.975 2.739.000 2.352.000 5.250.000 10.341.000 398

We streven er al jaren naar om de gemeentelijke lasten voor inwoners binnen de perken te houden.  We zien echter wel een (lichte) stijging van de lastendruk. Voor 2025 wordt deze veroorzaakt door inflatiecorrectie en een extra opbrengstverhoging van de OZB in het kader van de noodzakelijke ombuigingen.