Lokale heffingen

Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Lokale heffingen

De lokale heffingen kunnen worden onderscheiden in belastingen en retributies.

Belastingen zijn verplichte betalingen waar geen rechtstreekse individuele tegenprestatie van de gemeente tegenover staat. De onroerende zaakbelastingen (OZB), afvalstoffenheffing, rioolheffing, toeristenbelasting en forensenbelasting vallen hieronder.

Retributies zijn betalingen die krachtens algemene regelen worden gevorderd ter zake van een concrete door de gemeente bewezen dienst. Hierbij valt te denken aan leges, brandweerrechten en lijkbezorgingsrechten.

De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente. Van de lokale heffingen die bij de algemene dekkingsmiddelen horen is de OZB de belangrijkste. De OZB is ca.  9% van de totale algemene dekkingsmiddelen. De andere belastingen die als algemeen dekkingsmiddel dienen zijn de toeristenbelasting en de forensenbelasting. Heffingen die ter dekking van specifieke kosten dienen zijn de afvalstoffenheffing en de rioolheffing.

Tarieven
2022 2023
Onroerende zaakbelastingen
OZB-eigenaren woningen naar percentage van de waarde 0,1056 0,0926
OZB-eigenaren niet-woningen naar percentage van de waarde 0,2100 0,2144
OZB-gebruikers niet-woningen naar percentage van de waarde 0,1141 0,0993
Forensenbelasting
-      Waarde tot € 50.000 287,00 294,00
-      Waarde van € 50.000 tot € 75.000 433,00 443,00
-      Waarde van € 75.000 tot € 130.000 580,00 593,00
-      Waarde van € 130.000 tot € 200.000 728,00 745,00
Waarde van € 200.000 tot € 300.000 872,00 892,00
Waarde van € 300.000 tot € 500.000 1028,00 1052,00
Waarde meer dan € 500.000 1178,00 1205,00
Toeristenbelasting 1,20 1,25
Afvalstoffenheffing
-      Eenpersoonshuishouding 181,50 187,50
-      Meerpersoonshuishouding 242,00 250,00
Rioolheffing
- WOZ-waarde van € 0 tot € 15.000 0,00 0,00
- WOZ-waarde van € 15.000 tot € 50.000 52,00 51,00
- WOZ-waarde van € 50.000 tot € 100.000 115,00 113,00
- WOZ-waarde van € 100.000 tot € 150.000 145,00 143,00
- WOZ-waarde van € 150.000 tot € 250.000 155,00 153,00
- WOZ-waarde van € 250.000 tot € 400.000 163,00 161,00
- WOZ-waarde van € 400.000 tot € 600.000 188,00 185,00
- WOZ-waarde van € 600.000 tot € 800.000 207,00 204,00
- WOZ-waarde van € 800.000 tot € 1.000.000 249,00 245,00
- WOZ-waarde van € 1.000.000 tot € 2.000.000 420,00 414,00
- WOZ-waarde van € 2.000.000 tot € 3.000.000 2.577,00 2.538,00
- WOZ-waarde van € 3.000.000 tot € 5.000.000 5.155,00 5.078,00
- WOZ-waarde van € 5.000.000 tot € 10.000.000 6.401,00 6.305,00
- WOZ-waarde van € 10.000.000 tot € 25.000.000 8.548,00 8.420,00
- WOZ-waarde van € 25.000.000 tot € 50.000.000 12.673,00 12.483,00
- WOZ-waarde vanaf € 50.000.000 25.778,00 25.391,00
Geraamde inkomsten
2022* 2023**
OZB *** 4.697.000 4.851.000
Forensenbelasting 148.000 169.000
Toeristenbelasting 1.746.500 1.864.500
Afvalstoffenheffing 2.456.000 2.601.000
Rioolheffing 2.071.000 2.148.000
Leges omgevingsvergunning 607.000 470.000
Leges burgerzaken 325.000 325.000
Lijkbezorgingsrechten 130.000 133.000
Overige leges 17.000 17.000
* inclusief begrotingswijzigingen
** inclusief voorstellen begroting 2023

Beleid ten aanzien van de lokale heffingen

OZB
In het belastingjaar 2023 worden de onroerende zaakbelastingen geheven op basis van de WOZ-waarden die naar peildatum 1 januari 2022 worden vastgesteld. Uit voorlopige berekeningen blijkt dat de gemiddelde waarde van woningen ten opzichte van peildatum 1 januari 2021 is gestegen met 15%. De gemiddelde waarde van niet-woningen is  gestegen met 1% ten opzichte van deze peildatum.

Voor de berekening van het tarief van de OZB 2023  gaan we uit van de OZB opbrengst 2022, inclusief een inflatiecorrectie van 2,3% en areaalontwikkeling. De totale opbrengst voor 2023 wordt geraamd op €4.851.000,-. 

Bij de berekening van de nieuwe tarieven en de opbrengst moet rekening worden gehouden met de daarvoor geldende wettelijke kaders zoals aangegeven in de Gemeentewet.

Er bestaat een relatie tussen de OZB en de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De Financiële Verhoudingswet regelt onder meer de verdeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds over de gemeenten. De algemene uitkering wordt over de gemeenten verdeeld met behulp van verdeelmaatstaven die verschillen in kosten weerspiegelen en verschillen in belastingcapaciteit. De belastingcapaciteit is een afgeleide van de waarde van onroerende zaken. Gemeenten met binnen hun grenzen veel hoog gewaardeerde onroerende zaken ontvangen een lagere uitkering dan soortgelijke gemeenten met minder waardevolle onroerende zaken.

Het is de planning dat de aanslagen OZB 2023 met dagtekening 23 februari 2023 worden opgelegd.

Herwaardering naar waardepeildatum 1 januari 2022
De Wet WOZ stelt steeds hogere eisen aan de WOZ-administratie. De WOZ-waarde wordt voor veel doeleinden gebruikt en de WOZ-waarde van woningen is openbaar.

De WOZ-waarde wordt door de gemeente gebruikt voor het bepalen van het tarief voor de onroerende zaak belastingen, de rioolheffing en de forensenbelasting. De belastingdienst gebruikt de WOZ-waarde voor de inkomstenbelasting, schenkbelasting en erfbelasting. Het waterschap gebruikt de WOZ-waarde voor watersysteemheffing. Sinds oktober 2015 wordt de WOZ-waarde ook gebruikt voor het woningwaarderingsstelsel, een systeem om de maximale huurprijs voor woningen in de gereguleerde huursector te bepalen.

De WOZ-administratie is één van de zogeheten basisadministraties. De WOZ-gegevens worden uitgewisseld met de landelijke voorziening WOZ.

Momenteel zijn we volop bezig met de herwaardering van onroerende zaken naar waardepeildatum 1 januari 2022. Voor de herwaardering gebruiken wij het taxatiepakket, 4WOZ. 

In 2016 heeft de Waarderingskamer besloten dat de waardering van onroerende zaken voor de Wet WOZ moet veranderen. De belangrijkste doelstellingen van de Wet WOZ zijn kwaliteit, uniformiteit, duidelijkheid en doelmatigheid. Onder andere het aspect van uniformiteit heeft de Waarderingskamer doen besluiten om landelijk de gebruiksoppervlakte te gebruiken voor de waardering van woningen. Vanaf 2022 zijn gemeenten verplicht om woningen op basis van gebruiksoppervlakte te waarderen.  Tot 2022 werden woningen gewaardeerd op basis van de bruto inhoud. 

Zowel de woningen als de niet-woningen worden in eigen beheer gewaardeerd. Bij de herwaardering van niet-woningen worden wij ondersteund door een extern bureau. De agrarische objecten en de incourante objecten worden geautomatiseerd getaxeerd middels een koppeling met de landelijke taxatiewijzers (TIOX).

De WOZ-waardering vindt jaarlijks plaats. De periode tussen de peildatum en de aanvang van het tijdvak is 1 jaar.  In het jaar 2023 zal er een nieuw WOZ-tijdvak ingaan met waardepeildatum 1 januari 2022.

De beschikkingen voor het jaar 2023 moeten voor 25 februari 2023 worden verzonden. De WOZ-beschikking wordt gecombineerd met de aanslag gemeentelijke belastingen opgelegd met dagtekening 23 februari 2023.

 Afvalstoffenheffing
Als uitgangspunt voor de bepaling van het tarief voor de afvalstoffenheffing geldt 100% kostendekkendheid. De kosten van de gemeentereiniging worden voor 2023 geraamd op € 2.601.000,-.  Ten opzichte van 2022 zijn de kosten gestegen met circa €145.000,- Dit wordt met name veroorzaakt door een hoger overheadpercentage en inflatiecorrectie op verschillende onderdelen.

Dit heeft een verhoging van de tarieven voor de afvalstoffenheffing tot gevolg. 

Heffingssystematiek
De afvalstoffenheffing is een tijdvakafhankelijke heffing. Dit betekent dat bij vestiging een aanslag naar tijdsgelang wordt opgelegd en dat bij verhuizing naar een andere gemeente of overlijden een vermindering naar tijdsgelang wordt verleend.

Berekening van kostendekkendheid afvalstoffenheffing
bedrag percentage
(bedragen x € 1.000)
Kosten taakveld 2.374
Inkomsten taakveld -437
Netto kosten taakveld 1.937 74%
Toe te rekenen kosten:
Overhead 255 10%
Rente 44 2%
BTW 314 12%
Kwijtschelding 51 2%
Totaal kosten 2.601
Opbrengst heffingen 2.601 100%

Rioolheffing
De rioolheffing is een bestemmingsbelasting en dient ter bekostiging van de gemeentelijke watertaken voor afvalwater, hemelwater en grondwater. Het Verbreed Gemeentelijk Riolering Plan (VGRP) vormt de basis voor de te plegen investeringen. De te plegen investeringen vanuit het VGRP worden gedekt uit de rioolheffing. De opbrengst voor de rioolheffing wordt geraamd op €2.148.000,-.  Als gevolg van verschuivingen binnen de staffels zijn de tarieven licht gedaald.

Heffingssystematiek
De rioolheffing is een tijdstipafhankelijke heffing. Dit betekent dat de rioolheffing wordt geheven van degene die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar is van een perceel. Het tarief is afhankelijk van de WOZ-waarde van het perceel.

Berekening van kostendekkendheid rioolheffing
bedrag percentage
(bedragen x € 1.000)
Kosten taakveld 1.499
Inkomsten taakveld -13
Netto kosten taakveld 1.486 71%
Toe te rekenen kosten:
Overhead 254 11%
Rente 128 6%
BTW 58 3%
Straatvegen 69 2%
Slootonderhoud 113 5%
Vijveronderhoud 40 2%
Totaal kosten 2.148
Opbrengst heffingen 2.148 100%

Toeristenbelasting
Toeristenbelasting is een algemeen dekkingsmiddel. Er hoeft geen directe tegenprestatie voor te worden geleverd. Als gemeente leveren we veel ‘prestaties’ waar onder andere onze toeristen gebruik van maken zoals het in stand houden van diverse voorzieningen (zwembaden), inrichting centrumplannen, aanleg en onderhoud fietspaden etc. Het kwantificeren van deze kosten is erg subjectief en is afhankelijk van in welke mate toeristen gebruik maken van onze voorzieningen. De geraamde opbrengst toeristenbelasting bedraagt voor 2023 € 1.864.500,-.

Forensenbelasting
Voor belastingjaar 2023 stellen wij voor om de tarieven te verhogen met een inflatiecorrectie van 2,3%.  De geraamde inkomst voor 2023 bedraagt € 169.000,-.

Met ingang van 1 januari 2023 worden de waarden opnieuw vastgesteld naar waardepeildatum 1 januari 2022. Uit marktanalyse blijkt dat de gemiddelde waarde van recreatiewoningen in de periode tussen de peildatum 1 januari 2021 en 1 januari 2022  is gestegen (circa 20 % stijging).  

Lijkbezorgingsrechten
Voor belastingjaar 2023 stellen wij voor om de tarieven te verhogen met een inflatiecorrectie van 2,3%. De geraamde inkomst voor 2023 bedraagt € 133.000,-.

Leges
Voor de bepaling van de tarieven voor de leges geldt als uitgangspunt dat deze maximaal 100% kostendekkend mogen zijn. Wij stellen voor om de leges 2023 te verhogen met een inflatiecorrectie van 2,3%, met uitzondering van de bij wet geregelde legesbedragen.  

Door de inwerkingtreding van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor bouwen (Wkb) per 1 januari 2023 verandert er veel voor de leges en de legesverordening. Er worden nieuwe activiteiten toegestaan om leges over te heffen maar er vervallen ook activiteiten waarvoor we nu wel leges mogen heffen.  De tarieven voor de leges worden hierop aangepast. Verder is er vanuit de organisatie gekeken naar de kostendekkendheid van de overige leges. Gebleken is dat er een aantal tarieven onvoldoende kostendekkend zijn (annuleren huwelijk/registratie partnerschap, leges Telecommunicatie) en dat er activiteiten zijn die we wel uitvoeren maar waarvoor nu geen leges worden geheven (vergunning aanleggen kabels en/of leidingen). Hiervoor zijn de tarieven extra verhoogd en zijn er tarieven opgenomen.

De legesverordening wordt in december 2022 aan uw raad voorgelegd.

De opbrengst voor alle leges bedraagt € 812.000,-.

Kwijtscheldingsbeleid
Gemeenten kunnen met inachtneming van de Invorderingswet 1990 kwijtschelding verlenen van gemeentelijke heffingen. Gemeenten beslissen zelf of, en zo ja voor welke heffingen kwijtschelding kan worden verkregen. Gemeenten zijn gebonden aan de landelijke Uitvoeringsregeling. Alleen ten aanzien van kosten van bestaan hebben gemeenten de mogelijkheid om af te wijken van de regeling.

De rijksregeling gaat uit van 90% van de bijstandsnorm als norm voor het verlenen van kwijtschelding.

In de gemeente Aa en Hunze is er voor gekozen om 100% van de bijstandsnorm als bestaansminimum te hanteren. Onze kwijtscheldingsnorm is daarmee maximaal c.q. zo ruim mogelijk. Daarnaast is besloten om kwijtschelding mogelijk te maken voor OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Voor mensen met een inkomen dat iets meer bedraagt dan het minimum kan een gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend.

De kwijtscheldingsverzoeken worden beoordeeld door het Noordelijk Belastingkantoor.

Voor kwijtschelding van zowel de gemeentelijke belastingen als de waterschapsbelasting hoeven inwoners maar één formulier in te vullen. Wie al eens kwijtschelding heeft ontvangen, ontvangt automatisch opnieuw kwijtschelding als er sprake is van ongewijzigde omstandigheden.

Lokale lastendruk
In onderstaande tabel wordt de lokale lastendruk per inwoner in euro’s weergegeven over de jaren 2020 tot en met 2023:

Lokale lastendruk
jaar inwoners afval riool ozb totaal per inwoner
2020 25.438 2.155.000 2.051.000 4.402.000 8.608.000 338
2021 25.388 2.543.000 2.051.000 4.517.000 9.111.000 359
2022 25.565 2.456.000 2.071.000 4.697.000 9.224.000 361
2023 25.737 2.601.000 2.148.000 4.851.000 9.600.000 373

We streven er al jaren naar om de gemeentelijke lasten voor inwoners binnen de perken te houden.

Voor het jaar 2023 gaan we uit van de OZB opbrengst 2022 inclusief een inflatiecorrectie van 2,3% en areaalontwikkeling.  De tarieven voor de afvalstoffenheffing stijgen en de tarieven voor de rioolheffing dalen licht. In de tabel is te zien dat er een lichte stijging is in de lasten per inwoner.