Grondbeleid

Grondbeleid

Terug naar navigatie - Grondbeleid

Onder grondbeleid wordt verstaan het gehele instrumentarium dat de gemeente ter beschikking staat om ruimtelijke doelstellingen te realiseren. Het grondbeleid heeft een grote financiële impact. De eventuele baten, maar vooral de financiële risico’s zijn van belang voor de financiële positie van de gemeente. Gelet op deze risico’s is een afzonderlijke paragraaf over het grondbeleid verplicht gesteld.

 

Nota Grondbeleid

In de raadsvergadering van 16 juni 2022 is de nota Grondbeleid 2022 vastgesteld. Met deze nota zijn de hoofdlijnen en uitgangspunten vastgesteld van het voor de toekomst door de gemeente te voeren grondbeleid om het totale grondexploitatieproces te beheersen, te bewaken en af te stemmen op alle relevante beleidskaders. Zo kan er een samenhangend, strategisch en effectief grondbeleid worden gevoerd.

De Nota Grondbeleid 2022 is feitelijk een kapstok voor nadere beleidsregels of -notities. Na vaststelling van de Nota Grondbeleid 2022 wordt deze verder uitgewerkt in het opstellen van: 
- verwervingsbeleid; 
- (Grond)uitgifte- of verkoopbeleid; 
- (Grond)prijsbeleid; 
- Uitvoeringsprogramma Notitie Maatschappelijk vastgoed en 
- Actualiseren van de notitie Overhoekenbeleid. In afwachting van nieuw beleid over de verkoop van overhoeken heeft het college op 26 april 2021 besloten (voorlopig) geen overhoeken meer te verkopen.

De verwachting is dat gronduitgifte- of verkoopbeleid, het grondprijsbeleid en de actualisatie van de notitie Overhoekenbeleid in 2023 worden voorgelegd. 

De financiële positie

Een financieel uitgangspunt bij grondexploitaties is het realiseren van een sluitende exploitatie, waarin alle kosten voor het realiseren van het openbaar gebied worden verhaald in de grondopbrengst inclusief een bijdrage in de infrastructuur in de ruimste zin van het woord.

 

Financiele positie per complex per 01 januari 2023
Complex boekwaarde* m2 nog te verwacht verwachte
1-1-2023 verkopen resultaat einddatum
Nooitgedacht € 2.719.000 66.000 € 369.000 2025
Bloemakkers € 992.000 17.000 € 9.500 2023
SWS Oostermoer € 26.000 2.500 € 6.500 2022
Totaal € 3.737.000 85.500 € 385.000
*Boekwaarde = gemaakte kosten -/- gerealiseerde opbrengsten

Van de complexen worden bij de najaarsbijstellingen en de jaarrekening afzonderlijke voortgangsrapportages opgenomen.

De kavels op de voormalige schoollocatie in Gieterveen zijn inmiddels allemaal uitgegeven. Deze exploitatie wordt nog in 2022 afgesloten.   Binnen het woonplan Nooitgedacht zijn de kavels in de deelgebieden Bos en Brinken praktisch allemaal uitgegeven. Diverse gevarieerde kavels worden aangeboden of ontwikkeld. Deelgebied de Es is inmiddels verder uitgewerkt. Samen met een architecten is het ontwikkelingsplan en een verkavelingsplan opgesteld. In Anloo worden in Collectief Particulier Opdrachtgeversverband (CPO) de mogelijkheden onderzocht voor nieuwbouw aan de Raatakkers 2e fase.
De bedrijfskavels op Bloemakkers zijn grotendeels verkocht. Er is nog 1 kavel beschikbaar.  De vraag naar bedrijfskavels is recent onderzocht en op basis daarvan worden mogelijkheden voor nieuwe bedrijfskavels de komende periode verder verkend.

Algemene reserve grondbedrijf en weerstandsvermogen

Verliezen kunnen het gevolg zijn van twee soorten risico’s:

  • voorzienbare (exploitatie) risico’s;
  • onvoorzienbare of algemene (conjuncturele of markt) risico’s.

De voorzienbare risico’s blijken uit de jaarlijkse toelichtingen op de bouwrekeningen. Ook voor onvoorzienbare risico’s, ontstaan door negatieve conjuncturele ontwikkelingen en/of rentestijging, dient een algemene reserve grondbedrijf in stand te worden gehouden. Het bepalen van de noodzakelijke omvang van de algemene reserve grondbedrijf is niet eenvoudig, omdat de omvang afhangt van onzekere factoren als marktontwikkelingen, de rentestand en de verwachte resultaten.
Geconcludeerd kan worden dat, mede op basis van de boekwaarden, de grootste risico’s betrekking hebben op de complexen Nooitgedacht en Bloemakkers.
De beoordeling of er voldoende reserves zijn om de risico’s te kunnen opvangen is lastig. We trachten hieronder een reëel en zo compleet mogelijk beeld te geven.

Weerstandsvermogen conform de nota grondbeleid

In de nota Grondbeleid is de minimale omvang van het weerstandsvermogen vastgesteld. Jaarlijks worden de risico's per exploitatie berekend. De minimaal gewenste omvang van de reserve grondexploitatie is gelijk aan het totaal van de geinventariseerde risico's, waarbij het minimum is vastgesteld op € 1 miljoen.

Risico’s per exploitatie

Het is mogelijk om de risico’s per exploitatie in beeld te brengen. Voor de risicoberekening zijn we ervan uitgegaan dat een aantal risico’s zich voor zal doen.

De berekende risico’s  op basis van de per 1 januari 2022 geactualiseerde grondexploitaties zijn :

  • De looptijd van de grondexploitatie is (2 jaar) langer dan begroot.
  • De jaarlijkse kostenstijging is (1%) hoger dan begroot.
  • De opbrengstinflatie van de grondexploitatie is (1%) lager dan begroot.
  • Het rentepercentage over de boekwaarde is (1%) hoger dan begroot.

Risico per exploitatie
Complex Risico
Nooitgedacht € 699.000
Bloemakkers € 65.000
SWS Oostermoer € 3.000
Totaal € 767.000

Op basis van de analyse per exploitatie is sprake van een lager risico (€ 766.353) dan het minimale bedrag van € 1 miljoen. 

 

Algemene reserve grondbedrijf

De verwachte hoogte van de reserve grondbedrijf per 1-1-2023 is € 2.251.407.

Algemene reserve grondbedrijf
saldo per 01-01-2022 3.027.000
mutaties 2022 -782.000
saldo 31-12-2022 2.245.000
verwacht resultaat 2022 (te verwerken in 2023) 6.500
Algemene reserve per 31-12-2022 2.245.000

Conclusie

Het minimaal benodigde weerstandsvermogen bedraagt € 1 miljoen. De algemene reserve grondbedrijf voldoet aan deze eis.