Lokale heffingen

Beleid ten aanzien van de lokale heffingen

OZB

Voor belastingjaar 2022 zijn de onroerende zaakbelastingen geheven op basis van de WOZ-waarden die naar waardepeildatum 1 januari 2021 zijn vastgesteld. De gemiddelde waarde van woningen is gestegen met 11% t.o.v. de waardepeildatum 1 januari 2020. De gemiddelde waarde van niet-woningen is gestegen met 8,7%. 

Voor de bestuursperiode 2022 is uitgegaan van de OZB-opbrengst 2021, inclusief een trendmatige verhoging van 1,5%, areaalontwikkeling en extra opbrengst vanwege de bouw van windmolens. De opbrengst van de OZB is € 4.844.000. In de begroting is rekening gehouden met een opbrengst van € 4.827.000 waardoor een voordeel van € 17 .000 ontstaat.  Eerder is in de najaarsnota al een voordeel van € 130.000 verwerkt. Het voordeel is ontstaan doordat de waarden meer zijn gestegen dan waar bij het opstellen van de begroting van is uitgegaan.

Voor de waardebepaling van onroerende zaken maken we vanaf 2012 gebruik van het taxatiepakket van 4Value. De WOZ-beschikking moet binnen zes weken na het begin van het belastingjaar worden opgelegd.  Echter, omdat de herwaardering nog niet afgerond was, is deze termijn niet gehaald en is deze een maand later opgelegd. De aanslagen onroerende zaakbelastingen 2022 zijn, gecombineerd met de WOZ-beschikking, met dagtekening 31 maart 2022 verzonden.  

In 2022 is er ten aanzien van 205 objecten bezwaar gemaakt. Ten opzichte van 2021 is dit een daling (in 2021 is tegen ca. 285  objecten bezwaar gemaakt).  De  daling is waarschijnlijk veroorzaakt doordat de WOZ-beschikking 2022 een maand later is opgelegd. De reclamecampagne van de 'bezwaarbureau's' was op dat moment al minder intensief. Hierin lijkt een relatie te liggen.  Alle bezwaren zijn afgewikkeld (58 gegrond) en verwerkt in de bovenstaande opbrengst . Er zijn 3 beroepschriften ingediend. Deze zijn in behandeling bij de Rechtbank. 

Evenals vorig jaar was het voor burgers, die nog geen automatische incasso hadden afgegeven, mogelijk om dit voor belastingjaar 2022 alsnog te doen. In 2022 betaalden ca. 6.800 inwoners de aanslag via automatische incasso, dit is ongeveer 52% van het totaal.

 Afvalstoffenheffing

Als uitgangspunt voor de bepaling van het tarief voor de afvalstoffenheffing geldt 100% kostendekkendheid. Het totaal aan opbrengsten van de afvalstoffenheffing bedraagt € 2.527.000 . In de begroting was rekening gehouden met een ontvangst van afvalstoffenheffing van € 2.471.000 waardoor een voordeel van € 56.000 ontstaat. Dit wordt met name veroorzaakt door toename van aansluitingen.

Rioolheffing

Het Verbreed Gemeentelijk Riolering Plan (VGRP) vormt de basis voor de te plegen investeringen. De te plegen investeringen vanuit het VGRP worden gedekt uit de rioolheffing. In de begroting is een bedrag aan rioolheffing geraamd van € 2.071.000. In 2022 is een bedrag van € 2.122.000  ontvangen waardoor een voordeel van   € 51.000  ontstaat. Dit wordt met name veroorzaakt door verschuivingen in de waardestaffels en toename van WOZ-objecten.

Toeristenbelasting

De aanslag toeristenbelasting is met dagtekening 28 februari 2022 verstuurd. In de begroting is een opbrengst geraamd van € 1.746.000.  De werkelijke opbrengst bedraagt € 1.776.000 .  Dit is een voordeel van € 30.000.  

Forensenbelasting

In de begroting is als opbrengst voor de forensenbelasting een bedrag geraamd van € 215.000. In 2022 bedraagt de werkelijke opbrengst € 213.000.  

Lijkbezorgingsrechten

Voor de lijkbezorgingsrechten is een opbrengst geraamd van € 100.000 . De werkelijke opbrengsten zijn  uitgekomen op € 145.000. Bij de najaarsnota is de raming met € 30.000 verlaagd. Na afloop van het jaar is gebleken dat dit een onjuiste inschatting was. Hierdoor is in de jaarrekening  nu een voordeel  ontstaan.

Leges

Voor de bepaling van de tarieven voor de leges geldt als uitgangspunt dat deze 100% kostendekkend zijn. De leges zijn trendmatig verhoogd met uitzondering van de bij wet geregelde legesbedragen. Voor de leges is een opbrengst geraamd van € 1.158.000 . De werkelijke opbrengst voor alle leges bedraagt € 1.076.000 , hetgeen een nadeel betekent van € 82.000 ten opzichte van de begroting.  Dit wordt veroorzaakt door minder leges omgevingsvergunningen (- € 107.000),  meer leges burgerzaken (+ € 34.000) en afname van overige leges   (- €  9.000). De verantwoording van de leges vindt plaats in de pijlers 1, 3 en 4.

Kwijtscheldingsbeleid

Gemeenten kunnen met inachtneming van de Invorderingswet 1990 kwijtschelding verlenen van gemeentelijke heffingen.
Gemeenten beslissen zelf of, en zo ja voor welke heffingen kwijtschelding kan worden verkregen. Gemeenten zijn gebonden aan de landelijke Uitvoeringsregeling.
Alleen ten aanzien van kosten van bestaan hebben gemeenten de mogelijkheid om af te wijken van de regeling.
De rijksregeling gaat uit van 90% van de bijstandsnorm. In de gemeente Aa en Hunze is er voor gekozen om 100% van de bijstandsnorm als bestaansminimum te hanteren.

Er is kwijtschelding mogelijk voor OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Voor mensen met een inkomen dat iets meer bedraagt dan het minimum kan een gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend. De kwijtscheldingsregeling wordt voor ons uitgevoerd door het Noordelijk Belastingkantoor in Groningen.
Inwoners kunnen op deze wijze op één formulier kwijtschelding aanvragen voor zowel de gemeentelijke lasten als voor de waterschapslasten.

In 2022 hebben ca. 260 belastingplichtigen kwijtschelding ontvangen van de aanslag gemeentelijke belastingen 2022 (in 2020 waren dit er ca. 270). Er is voor een bedrag van € 50.000 kwijtschelding verleend.