Vooruitblik 2023

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het hoofdstuk 'Vooruitblik 2023' is onderdeel van de kadernota.  Dit hoofdstuk is dit jaar beïnvloed door de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2022.

Omdat het een verkiezingsjaar betreft waarin een nieuwe raad wordt gekozen waarna een nieuw college gevormd gaat worden met nieuwe ambities, is de vooruitblik dit jaar beperkt tot noodzakelijk en onvermijdelijke zaken die staan te gebeuren in 2022 maar nog niet genoemd zijn in de Begroting 2022. Denk hierbij bijvoorbeeld aan toezeggingen aan de Raad die zijn gemaakt na het opstellen van de Begroting of wetgeving.

Corona in 2022  
We hopen dat er in 2022 minder maatregelen nodig zijn om de pandemie te beteugelen en dat de druk op de zorg afneemt. Daar is niet alleen het zorgpersoneel, maar zijn ook ondernemers, verenigingen en inwoners aan toe. We hopen ook dat inwoners en verenigingen de handschoen weer op gaan pakken om activiteiten en evenementen te organiseren.  
 
Het is al een paar keer gebleken: de coronacrisis is onvoorspelbaar. Als gemeente bewegen we daarom mee en spelen we in op ontwikkelingen. Daarom blijft de projectgroep actief in het voorjaar van 2022 als adviseur aan het bestuur. Inhoudelijke vragen worden door de vakinhoudelijke beleidsadviseurs opgepakt.  

Hieronder zijn per pijler de noodzakelijk en onvermijdelijke zaken weergegeven.

Pijler 1 Bestuur en participatie

Terug naar navigatie - Pijler 1 Bestuur en participatie

De ambitie binnen de pijler Bestuur en Participatie is dat Aa en Hunze sterk, vitaal en veilig is. Samen met de inwoners zorgen we ervoor dat dit zo blijft en dat Aa en Hunze zo mogelijk nog sterker, vitaler en veiliger wordt.

Vervolg RegioDeal
We benutten onze eigen kracht en de kracht van de regio. Samen met de provincie Drenthe en vijf andere gemeenten nemen we deel aan de RegioDeal. Door in te zetten op het versterken van de brede welvaart in dit gebied, benutten we de potentie en de kansen die deze regio biedt.

De RegioDeal loopt tot en met 2023. In de loop van 2022 gaat het proces om invulling te geven aan het vervolg van de RegioDeal lopen. Hierbij wordt gekeken naar wat de projecten van de RegioDeal hebben opgebracht en welke vorm het vervolg krijgt. Dit verloopt centraal vanuit de RegioDeal en de raad zal betrokken worden bij dit proces. 
Uiteindelijk zal een voorstel met betrekking tot het vervolg, inclusief de benodigde investering, aan de raad worden voorgelegd.

Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) 
Met de wijziging van de Wgr wordt de betrokkenheid van volksvertegenwoordigers bij het bestuur van een samenwerkingsverband verbeterd. Zo krijgen de volksvertegenwoordigers meer invloed op besluiten van een gemeenschappelijke regeling, bijvoorbeeld via zienswijzen of door het instellen van een gemeenschappelijke adviescommissie voor raadsleden bij zware regelingen. Ook krijgen volksvertegenwoordigers meer mogelijkheden om invloed te hebben op het functioneren van een regeling, bijvoorbeeld via verplichte afspraken over evaluatie van de regeling en de verplichting om scherpere afspraken te maken over (financiële) gevolgen van uittreding voor de uittredende deelnemers. Daarnaast komen er extra controlebevoegdheden, zoals de mogelijkheid om een enquête in te stellen over het functioneren van de gemeenschappelijke regeling. 

De inwerkingtreding van de nieuwe Wgr is gepland op 1 juli 2022. Het deel van de wet dat rechten geeft aan volksvertegenwoordigers gaat dan direct in. Voor het andere deel (verplichtingen om bestaande gemeenschappelijke regelingen aan te passen, om zo scherpere afspraken te maken over bijvoorbeeld uittreding of evaluatie) geeft de wet een implementatieperiode van 2 jaar.

De verwachting is dat dit onderwerp regionaal wordt opgepakt en er vooral een rol is voor griffies, de VDG en de intergemeentelijke raadswerkgroepen.

Pijler 2 Zorg

Terug naar navigatie - Pijler 2 Zorg

Op dit moment zijn er geen concrete ontwikkelingen die nog niet zijn benoemd in de begroting.  Met het nieuwe Regeerakkoord komt het Kabinet wel met een aantal wijzigingen in het sociaal domein dat van invloed is op ons beleid:

Het (weer) invoeren van een inkomensafhankelijke bijdrage voor een aantal Wmo voorzieningen.
De afschaffing van de inkomensafhankelijke bijdrage voor Wmo voorzieningen heeft geleid tot een sterke stijging van het gebruik van huishoudelijke hulp. Er is daarom sprake van het weer invoeren van een inkomensafhankelijke bijdrage voor huishoudelijke hulp op basis van landelijke normen.

De Hervormingsagenda Jeugd
Er komt een scherpere afbakening van wat onder jeugdzorg valt en wat gemeenten dienen te leveren. Gespecialiseerde jeugdzorg wordt centraler ingekocht.

Wijzigingen in de participatiewet
Het kabinet gaat de bijverdiengrenzen in de Participatiewet verruimen. Ook de kostendelersnorm gaat veranderen, inwonende jongvolwassenen tot 27 jaar tellen dan niet langer mee als kostendeler voor de uitkering van huisgenoten.

Meer aandacht voor preventie en een gezonde leefstijl
Meer aandacht voor preventie en een gezonde leefstijl van jongs af aan. Door voortzetting van de doelen van het Preventieakkoord, met de nadruk op de jeugd, door sport, voeding en bewegen. Ook een verbreding met mentale weerbaarheid.

Vergroten kansengelijkheid in het onderwijs
Naast allerlei kwaliteitsimpulsen in het onderwijs, zijn er extra maatregelen om de kansengelijkheid te vergroten. De kinderopvang voor werkende ouders wordt goedkoper en de toeslag gaat rechtstreeks naar de kinderopvang, waardoor problemen met toeslagen voor ouders niet meer voor zullen komen. Daarnaast is er een extra investering in de voor- en vroegschoolse educatie. Ook is er de ambitie het aantal onnodige thuiszitters terug te brengen naar 0.

Armoedebeleid
Armoedebeleid is met de aanstelling van een minister voor armoede, participatie en pensioenen de komende jaren een belangrijk thema. Het Kabinet wil allerlei maatregelen treffen om schulden te voorkomen of vroegtijdig te verhelpen.

 

 

Pijler 3 Economie, werk en recreatie

Terug naar navigatie - Pijler 3 Economie, werk en recreatie

Duurzaamheid
We hebben een behoorlijke versnelling bereikt en nieuw beleid ontwikkeld. Dit is gedaan op basis van incidentele middelen uit de collegeperiode 2018-2022. Duurzaamheid is geen project, maar een transitie voor de komende 20 a 30 jaar. Structureel is er niets geregeld. Het beleid heeft financiële gevolgen en gevolgen voor de organisatie. We werken met een vaste formatie van slechts 0,6 fte en dat maakt ons kwetsbaar.

Ontwikkelingen die starten in 2022 en doorlopen in 2023 zijn:
-    De uitvoering van uitvoeringsplannen voor de warmtetransitie 
-    Het opstellen van een lokale adaptatiestrategie en daaropvolgend de uitvoering  
-    Het opstellen van een gemeentelijke laadvisie en daaropvolgend uitvoering
-    Regionaal mobiliteitsplan, met verschillende deelsporen als deelmobiliteit, werkgeversaanpak, verduurzaming van wagenparken en ov-hubs
-    Het opstellen van een routekaart verduurzaming gemeentelijk vastgoed, met daaropvolgend een investeringsagenda
-    Een actualisering van de duurzaamheidsvisie 
-    Prestatieafspraken met woningcorporaties

Beleid wordt vertaald in uitvoering. Concreet betekent dit dat er middelen nodig zijn voor het proces, zoals voor pilots, communicatie, buurtprojecten, ondersteuning van initiatiefnemers, nader onderzoek, cofinanciering. Daarnaast zijn concrete investeringen nodig voor het verduurzamen van de gemeentelijke organisatie. Dit betreft investeringen in: vastgoed, inkoop groene energie, vergroening en adaptief maken van openbare ruimte en verlichting.  Op deelterreinen krijgt de raad bij de begroting of bij het vaststellen van nieuw beleid de vraag voorgelegd om budget vrij te maken. 

Duurzaamheid vraagt om zowel brede betrokkenheid als continuïteit in de organisatie. Het eerste vraagt om een actuele gezamenlijke visie op duurzaamheid in Aa en Hunze. Het tweede vraagt om ruimte in de begroting en aanvulling van de formatie.  In 2022 wordt een nieuwe visie ontwikkeld. Daarmee ontstaat gezamenlijkheid. Dit vraagt een zorgvuldig proces en wordt afgestemd met de strategische toekomstvisie. In het verkiezingsjaar 2022 sluit dit niet aan bij de begrotingscyclus. 
Op basis van de afgelopen jaren brengen we in kaart wat hiervoor nodig is in de begroting 2023. 

Vervolg toekomst vakantieparken
Op 12 maart 2020 is de Strategienota Toekomst Vakantieparken Aa en Hunze 2020-2024 door de raad vastgesteld. In de uitvoering van de sporen uit de Strategienota wordt in 2022 aan het volgende uitvoering gegeven. 

Het spoor vitaliseren van parken behelst excelleren en revitaliseren. Voor het vitaliseren van parken zal er in 2022 overleg plaatsvinden met twee parken over mogelijke (uitbreidings-)plannen. Bij het spoor transformatie zijn er vier fasen gedefinieerd. De afgelopen jaar zijn er meerdere parken die deze fasen aan het doorlopen zijn of al hebben doorlopen. Voor het spoor transformatie zijn er In 2022 nog twee lopende pilottrajecten. 

De planning en de financiering lopen beiden af na 2022. De inzet op Vakantieparken zal echter ook komende jaren benodigd zijn en onderdeel worden van reguliere werkzaamheden.  

Pijler 4 Voorzieningen, leefbaarheid en wonen

Terug naar navigatie - Pijler 4 Voorzieningen, leefbaarheid en wonen

De ambitie binnen de pijler Voorzieningen, leefbaarheid en wonen is dat we een duurzame gemeente willen zijn, waarin het aantrekkelijk wonen is met goede voorzieningen en behoud van de leefbaarheid. 

Actualisatie dorpshuizen/voorzieningenbeleid
Met het toekennen van een subsidie voor het aanpassen van het dorpshuis in Grolloo, is het huidige dorpshuizen-voorzieningenbeleid uit 2012 niet meer actueel gebleken. Aan de Raad is de toezegging gedaan dit beleid te herijken.

Huisvesting statushouders
We hebben een aantal wettelijke taken met betrekking tot statushouders, bijvoorbeeld waar het gaat om huisvesting en inburgering. Het Rijk bepaalt elk half jaar het totaal aantal statushouders dat gemeenten moet huisvesten. De gemeente is hier eindverantwoordelijk voor. 

Omdat de woningmarkt onder hoge druk staat, is de doorstroom minimaal op dit moment. Dat geldt ook voor de doorstroom in de sociale huurwoningen in Aa en Hunze. De instroom van vluchtelingen en daarmee de instroom van statushouders op de woningmarkt is echter hoog. Het gevolg is dat de huisvesting van statushouders stokt, waardoor in de gemeente een achterstand is ontstaan. 
De goede afspraken met de corporaties leverden in het verleden voldoende woningen op, maar niet op dit moment. Daarom is er vanuit de raad op aangedrongen een oplossing te zoeken voor de oplopende achterstand in het huisvesten van statushouders. 

De gemeente neemt nu zelf het initiatief om te komen tot een oplossing. Daarbij wordt gezocht naar de wijze waarop de achterstand in de huisvesting van statushouders kan worden ingelopen en het liefst ook kan worden voorkomen in de toekomst. Wij willen ons richten op het op korte termijn vergroten van het woningaanbod, door de gemeente zelf. Via een verkenning willen we een beeld verkrijgen van de mogelijkheden, de benodigde tijd en inspanning en de financierings- en exploitatiemogelijkheden die de gemeente heeft als het gaat om het toevoegen van woningen op de (zeer) korte termijn.

Wonen
In april 2021 is de Woonvisie voor de komende jaren vastgesteld: Buitengewoon Wonen in Aa en Hunze. In de Woonvisie staat het gemeentelijk volkshuisvestings- en woonbeleid voor de komende jaren. Hierin staan drie ambities centraal: vitale dorpen en een krachtig buitengebied, betaalbaar wonen voor verschillende doelgroepen en wonen met zorg. Aan deze ambities zijn 15 acties verbonden die we in het najaar van 2022 gaan vertalen in een uitvoeringsprogramma. 

Dit heeft twee componenten:
A.    Het uitvoeren en in de tijd wegzetten van de 15 in de Woonvisie genoemde acties (hoofdstuk Uitvoeringsagenda). Hiervoor wordt een intern en interactief document opgesteld waarin per actie de stappen, planning, uren en verantwoordelijken worden beschreven. 

Belangrijke onderdelen die al in gang zijn gezet zijn de woningbouwprogrammering (zie onder B), het verkennen van de mogelijkheden om tot een herstructureringsfonds te komen en de uitvoering van het Volkshuisvestingsfonds. Met de inzet van het Volkshuisvestingsfonds willen we particuliere woningeigenaren in de Wijk van de Toekomst in Gieten mee laten doen in de verduurzamingsopgave. 

B.    De woningbouwprogrammering: wat wordt wanneer en waar gebouwd, hoe gaan we daar als gemeente mee om en welke kwalitatieve kaders stellen we. 

In 2021 is het Afwegingskader Woningbouw vastgesteld waarmee wordt geborgd dat het woningbouwprogramma zowel kwantitatief als kwalitatief aansluit op de behoefte en de ambities van de gemeente. Daarnaast heeft een eerste woonbehoefteonderzoek plaatsgevonden op basis waarvan is bepaald aan welke categorieën woningen de gemeente de komende jaren behoefte heeft. Hierin is ook een (rekenkundige) verdeling van aantallen woningen over de kernen opgenomen. Dit Woonbehoeftonderzoek zal nader worden uitgewerkt, waarbij per dorp onderzoek wordt gedaan naar de woonwensen van de inwoners.  

De woningbouwopgave is in de Woonvisie vastgesteld op 400 woningen tot 2030. Om deze opgave te realiseren wordt in 2022 een projectmatige woningbouwprogrammering opgezet. Dit houdt in dat jaarlijks wordt vastgesteld welke projecten tot uitvoering worden gebracht. De basis hiervoor wordt gevormd door een prioriteitstelling op basis van de van de meest recente gegevens over woonbehoefte en het afwegingskader. 

Pijler 5 Middelen en Ondersteuning

Terug naar navigatie - Pijler 5 Middelen en Ondersteuning

Binnen pijler 5 zien we de komende periode, vanaf 2022, een aantal nieuwe ontwikkeling op ons afkomen waar we naar verwachting mee aan de slag moeten. Te denken valt bijvoorbeeld aan de invoering en implementatie van nieuwe wetgeving. Een aantal van deze ontwikkelingen raakt ook de andere pijlers. De ontwikkelingen zijn onderverdeeld in 3 categorieën.

Informatievoorziening:

  • Wet Open overheid. De wet geeft regels over het actief openbaar en toegankelijkheid maken van overheidsinformatie en moet ervoor zorgen dat deze beter vindbaar, uitwisselbaar, eenvoudig te ontsluiten en goed te archiveren is. Deze wet vervangt de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Het grote verschil tussen het initiatiefwetsvoorstel Woo (2021) en de huidige Wob betreft de actieve openbaarmaking van overheidsinformatie.
  • Wet elektronische publicaties.   Deze wet verplicht bestuursorganen (bijvoorbeeld gemeenten en provincies) om alle officiële publicaties online te zetten via de website officielebekendmakingen.nl(link naar andere website). Daardoor wordt het voor burgers mogelijk om op 1 website alle algemene bekendmakingen, mededelingen en kennisgevingen van de overheid te raadplegen. Deze wetswijziging heeft als doel om burgers digitaal volledig te informeren over besluiten die impact hebben op hun leefomgeving. De burger wordt centraal gesteld bij de informatieverstrekking. Zij worden geïnformeerd over deze besluiten zodat ze tijdig hun recht van inspraak kunnen uitoefenen.
  • E-depot (digitaal archief) Een E-depot is het geheel van organisatie, beleid, processen en procedures, financieel beheer, personeel, databeheer, databeveiliging en aanwezige hard- en software, dat duurzaam beheren en raadplegen van te bewaren digitale archiefbescheiden mogelijk maakt.
  • Wet Modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer. Op 1-1-2023 zal de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer in werking treden. Het wetsvoorstel geeft de burger recht om elektronisch berichten aan een bestuursorgaan te zenden op een door het bestuursorgaan bepaalde wijze. Alle bestuursorganen moeten nagaan of er maatregelen nodig zijn om aan de verplichtingen van de wet te voldoen. Vervolgens moeten zij beginnen met het voorbereiden en implementeren van deze maatregelen.

Omgevingswet:

  • Opstellen omgevingsvisie in co-creatie. De gemeenteraad heeft de verplichting om binnen drie jaar na de inwerkingtreding van de Omgevingswet een omgevingsvisie vast te stellen die voldoet aan de inhoudelijke en digitale eisen van de Omgevingswet. Gelet op de gewenste samenhang en co-creatie met de samenleving moeten we daar tijdig een start mee maken.
  • Van een tijdelijk omgevingsplan naar een omgevingsplan nieuwe stijl. Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt gewerkt met een tijdelijk omgevingsplan dat is gebaseerd op onder andere de oude bestemmingsplannen. In de overgangsfase die loopt tot 1 januari 2029 moeten alle regels vanuit het tijdelijk omgevingsplan op geïntegreerde en geactualiseerde wijze worden ‘overgebracht’ naar het nieuwe deel, waarbij wordt aangesloten op de maatschappelijke opgaven. Ook moeten gemeenten de regels uit de gemeentelijke verordeningen die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving -en waarvan zij dat nodig vinden- hebben toegevoegd.
  • Anders werken in de praktijk brengen. . De Omgevingswet vraagt om een andere manier van werken. Er ontstaan nieuwe vormen van participatie door inwoners en bedrijven en er vindt een meer integrale beoordeling van planinitiatieven plaats met als uitgangspunt ’mogelijk maken dat het kan’.  

Bedrijfsvoering:

  • Effecten herverdeling gemeentefonds. Hoewel de berichtgeving over de effecten van de herverdeling van het gemeentefonds niet heel consistent is, lijkt het realistisch om rekening te houden met een substantieel nadeel. De oplossingsrichtingen krijgen een plek in de documenten behorende bij de P&C-cyclus.
  • Werken waar het werkt.  Wat zijn de gevolgen van Corona op de manier waarop we werken. Daarbij  is o.a. aandacht voor thuiswerken, ICT en huisvesting.
  • Regeerakkoord. Hoe en waar zijn de gevolgen van de uitwerking van het regeerakkoord merkbaar in de gemeente.
  • Dienstverlening: Vanaf 2023 komen we in de beheerfase en moeten de ingezette acties op dit terrein worden geborgd, gemonitord en verfijnd.